Ademhalingskinesitherapie bij prematuren

Het doel van de ademhalingskinesitherapie is de luchtwegen vrijmaken of vrij houden, slijmen helpen evacueren en de ventilatie verbeteren.

Ademhalingskinesitherapie wordt al lang toegepast op neonatale diensten maar heeft de laatste jaren aan belang ingeboet dankzij de verbeterde beademingstechnieken en medicaties.

Verschillende technieken kunnen toegepast worden:

Posturale drainage

Het kind wordt in bepaalde houdingen (bv. zijlig, voorlig, Trendelenburg…) gelegd om via de zwaartekracht de secreties vlotter naar een hoofdbronchus af te voeren. Het is echter duidelijk dat deze techniek bij kleine zuigelingen minder effect zal hebben dan bij volwassenen en dat de nadelen groter kunnen zijn dan de voordelen.  Deze techniek zal dan ook slechts goed overwogen worden toegepast en zeker niet bij kinderen die nog instabiel zijn, braken of een verhoogde intracraniële druk hebben.

Vibraties

Een zachte techniek die meestal goed verdragen wordt. Via trillingen, manueel of met een apparaat, kunnen visceuze secreties makkelijker loskomen en afgevoerd worden.

tapotage: via kloppingen worden secreties losgemaakt en afgevoerd. De kracht van het tapoteren moet aangepast worden aan de tolerantie van het kind, de oppervlakte en de weerstand van de thorax. Tapotage is ook een techniek die de baby helpt te ontspannen wat ventilatie kan helpen verdiepen.

Manuele assistentie

Via zachte druk of steun bij de uitademing wordt de ventilatie en/of het hoesten beïnvloedt. Zeer efficiënt om secreties die al los zijn verder naar boven te brengen alsook uitademing en ventilatie verdiepen en verbeteren na bv. thoracale of abdominale ingrepen.

Aspiratie

Slijmen worden via de tube, de neus of de mond afgezogen. In sommige centra gebeurt de aspiratie door de kinesitherapeute. Bij ons is dit de gewoonte niet en dit heeft verschillende voordelen. De verpleegkundigen kennen de medische toestand van het kind veel beter en kunnen dus beter inschatten wat het kind aankan. De kinesitherapeute kan ondertussen assisteren door het abdomen en de thorax te stabiliseren zodat de aspiratie zo efficiënt mogelijk kan verlopen.

De verschillende technieken kunnen afzonderlijk of in combinatie gebuikt worden. De therapie zal aan de noden en de mogelijkheden van het kind aangepast worden.

Laatste aanpassing: 24 januari 2020