Niertransplantatie

Operatie waarbij u een gezonde nier van een overleden of levende donor krijgt. Niertransplantatie geeft goede resultaten en houdt weinig risico's in.

Wat is een niertransplantatie

Een niertransplantatie is, naast dialyse, een behandelingsmethode voor patiënten met eind-stadium nierlijden. Als u medisch gezien in aanmerking komt voor een niertransplantatie is dit een betere behandeling dan dialyse.

  • U krijgt een gezonde nier van een donor.
    • Kan zowel van een levende of overleden donor komen. 
  • De donornier wordt onderin uw buik ingeplant.
  • Meestal blijven uw eigen nieren ter plaatse.

Als de donornier na de operatie goed werkt, hebt u geen dialyse meer nodig.

Levenslange opvolging en medicatie tegen afstoting (immunosuppressie) zijn wel noodzakelijk.

Wachtlijst

Onderzoeken vooraf

Aan de hand van een heel aantal onderzoeken gaan we na of u in aanmerking komt voor een niertransplantatie. Zo kunnen we eventuele problemen vóór de transplantatie opsporen en proberen te behandelen.

Tijdens het screeningsproces maakt u kennis met de nierspecialisten, abdominale transplantatiechirurgen, transplantatiecoördinatoren en het paramedisch team.

Waarom is een pré-transplantatiescreening nodig?

Op de wachtlijst

Voldoet u aan de voorwaarden voor een transplantatie, dan komt u op de wachtlijst. De wachttijd zelf valt niet te voorspellen.

Hebt u een levende nierdonor, dan vervalt de wachttijd omdat u niet moet wachten op een nier van een overleden donor.

Zodra er een geschikte donornier voor u is, wordt u opgeroepen en opgenomen voor de transplantatie op hospitalisatie 13.

Niertransplantprocedure

Duur: ongeveer 3 uur. De ingreep wordt uitgevoerd door abdominale transplantatiechirurgen. 

  • De donornier wordt in uw onderbuik geplaatst.
  • Bloedvaten van de donornier worden gekoppeld aan de bloedvaten die het been ingaan.
  • De plasbuis (ureter) van de donornier wordt op de blaas gehecht.

Uw eigen (zieke) nieren worden meestal niet verwijderd.

  • De operatie verloopt vlotter dan wanneer uw eigen nieren verwijderd moeten worden en de nieuwe nier in de plaats zou komen.  
  • De plaats van de donornier in de onderbuik maakt dat ze makkelijk bereikbaar is voor controle-echografieën en eventueel een biopsie (wegnemen van een klein stukje nierweefsel) om mogelijke problemen vast te stellen zodat we de langetermijnsoverleving van de nier kunnen verbeteren.

Aantal niertransplantaties

Evolutie van het aantal niertransplantaties in UZ Leuven

Evolutie van het aantal niertransplantaties in de UZ Leuven

Resultaten na niertransplantatie

De resultaten van niertransplantatie in UZ Leuven zijn erg goed. De patiëntoverleving 5 jaar na transplantatie bedraagt 90%.

Actuariële patiëntenoverleving na niertransplantatie in UZ Leuven

Actuariële patiëntenoverleving na niertransplantatie in UZ Leuven

Traject

Bekijk het traject dat u doorloopt bij een niertransplantatie.

In een versneld tempo verschijnen er beelden van het onthaal en de activiteiten in het niercentrum.

Nefroloog prof. dr. Dirk Kuypers komt in beeld, hij wordt geïnterviewd in een zaal waar bedden een nierdialyseapparaat op de achtergrond staan.

“Mensen kiezen voor een niertransplantatie, ook al weten ze dat er bepaalde risico’s aan verbonden zijn. Maar toch gaat men ervoor omdat wij uit wetenschappelijk onderzoek heel duidelijk hebben kunnen aantonen dat niertransplantatie een verbetering van de kwaliteit van leven geeft.

Prof. Kuypers bekijkt samen een assistent een patiëntendossier op de pc.

Tekst op het scherm: Evaluatie

  • Er zijn eigenlijk geen bijzonderheden.
  • Vasculair?
  • Vasculair is het eigenlijk allemaal prima in orde.

De camera zoomt uit en prof. Kuypers gaat verder. Je ziet intussen beelden van de arts-assistent die een patiënt onderzoekt.

“De patiënt wordt eerst geëvalueerd voor een transplantatie. En die evaluatie bestaat uit een aantal onderdelen. Het eerste onderdeel is het medische luik. Er is ook een belangrijk chirurgisch luik. En er is ook een sociale, maatschappelijke, ook psychische evaluatie van de patiënt. Omdat al die zaken in een bredere context, ook na een transplantatie, en bij het chronisch verloop na een transplantatie ook belangrijk kunnen meespelen.”

Een koppel maakt kennis met de sociaal werkster en krijgt uitleg over de opvolging.

De sociaal werkster, Christa De Baere, licht toe:
“Wij werken binnen een team en wij vullen elkaar aan vanuit onze eigen specialiteit, vanuit onze eigen discipline, vanuit onze eigen invalshoek. Die kan wat verschillend zijn, maar anderzijds is dat ook een meerwaarde, dat wij nadien binnen een patiëntenbespreking, de verschillende meningen bij elkaar kunnen brengen, en ons zo proberen een beeld te vormen van de patiënt en ook de familie, en de problemen die er eventueel zijn, om die te detecteren.“

Je ziet intussen beelden van hetzelfde koppel dat toelichting krijgt van de sociaal werkster, samen met de verpleegkundig consulent.

Tekst op het scherm: Voorbereiding

De verpleegkundig consulent, Katleen De Bondt , vertelt:
“PatIënten die in aanmerking komen voor een niertransplantatie, moeten eerst een hele hoop pretransplantonderzoeken doorlopen. Die onderzoeken zijn belangrijk om zeker te zijn dat de patiënt een geschikte kandidaat is om op de wachtlijst geplaatst te worden.”

Je ziet beelden van een patiënt in bed die een bloeddrukmeting krijgt op de afdeling.

“Hoewel een niertransplantatie geen volledige genezing biedt, blijft het wel een zeer goede behandeling voor chronisch nierlijden. Mensen ervaren ook opnieuw meer kwaliteit van leven. Ze hebben terug opnieuw meer ruimte voor hun werk, gezin, vrije tijd.

De sociaal werkster, Christa De Baere gaat verder:
Wel, de belangrijkste reden is, geen dialyse meer hebben. Of niet moeten starten met dialyse. Dat is eigenlijk de voornaamste reden waarom een patiënt voor een niertransplantatie kiest.”

Je ziet een patiënt die in de zetel zit en gekoppeld is aan het dialysetoestel.

“Er wordt heel veel tijd ingenomen door die behandeling. En natuurlijk komt dat stukje vrij ook, na transplantatie.

Een verpleegkundige komt de ruimte binnen waarin de patiënt zijn dialyse krijgt en checkt het dialysetoestel en de pc.

“Maar dat betekent dat de patiënt ook een invulling terug moet geven aan zijn leven. Een dat is één van de dingen die wij al in het pretransplantgesprek aanhalen.”

Christa De Baere verschijnt terug in beeld.

“Om patiënten een stukje aan het denken te zetten, wat betekent dit voor mij.”         

Je ziet versnelde beelden van patiënten en bezoekers die komen en gaan in het niercentrum. De camera gaat daarna naar een raadpleging met prof. Kuypers, zijn assistent en een vrouwelijke patiënt. De prof geeft een hand en gaat zitten.

  • Hoe is het?
  • Gezien de omstandigheden vrij goed.
  • Ja? En de dialyse?
  • Daar heb ik ook geen bijzondere problemen mee. Het gaat goed.

Je ziet nog wat achtergrondbeelden van de raadpleging en dan komt de prof weer centraal in beeld. Hij vertelt verder:
“Wanneer iemand op de wachtlijst komt, is dat een beslissing die genomen wordt door het volledige multidisciplinaire team. Dat zijn de nefrologen, de transplantchirurgen, ook onze verpleegkundig specialist en sociaal assistente, alsook de transplantcoördinatoren. En iedereen bekijkt eigenlijk zijn deel van het werk, we brengen dat samen in groep, bespreken die dossiers en geven uiteindelijk een finaal advies naar de behandelende nefroloog. “

De receptie van het niercentrum komt in beeld, waar patiënten voorbijrijden in de rolstoel, op weg naar huis.

  • Goeiemiddag!
  • Goeiemiddag! Hallo! Daag!

Het koppel dat eerder bij de sociaal werkster zat, krijgt nu bijkomende uitleg van de transplantcoördinator. Ook de verpleegkundig consulent zit nog aan tafel.

  • Belangrijke vraag, wachttijd? Jammer genoeg een vraag waar we geen concreet antwoord op kunnen geven. We kunnen niet voorspellen wanneer er iemand komt te overlijden met een goede matching.

Prof. Kuypers komt weer centraal in beeld, hij licht toe.
“Ik denk dat als een patiënt op de actieve wachtlijst voor niertransplantatie staat, dat hij of zij moet proberen – en dat is niet makkelijk – omdat de behandeling van chronisch nierfalen een zware therapie is, een therapie die niet alleen medisch-lichamelijk zwaar te dragen is, maar ook psychisch en ook voor het hele gezin, dan geef ik de patiënten toch de raad, in de mate van het mogelijke, een zeker vorm van geduld aan de dag te leggen. “

Op de achtergrond zie je de sociaal werkster die langs gaat bij een patiënt in bed. 

“Waarom? Omdat je de wachttijd niet echt in handen hebt. De ene patiënt kan geluk hebben en na enkele maanden al opgeroepen worden voor een transplantatie, de andere persoon kan pech hebben en vier jaar lang op een wachtlijst staan.

De transplantatiecoördinator komt in beeld, hij belt naar een patiënt.

  • Ja, goeiemiddag met Glen, transplantcoördinator van Gasthuisberg Leuven. Spreek ik met meneer Claes, alsjeblief? Ja, goeiemiddag meneer Claes. Wij hebben mogelijk goed nieuws voor u. Wij hebben mogelijk een nier beschikbaar voor u. Dus u zou naar het ziekenhuis in Leuven mogen komen.

Christa De Baere legt uit:
“Op het moment dat de patiënt opgeroepen wordt, hebben wij nog een aantal uren waar er een laatste bloedafname gebeurt.”

De camera toont beelden van de voorbereiding:

“En in die periode wordt er duidelijk aan de patiënt gezegd. “Kijk, binnen een aantal uren zullen we pas weten of het effectief door kan gaan, de transplantatie, of niet. Dus het is 99% ‘Ja!’, één procent ‘Vraagteken.’

De patiënt wordt met het bed door de gangen van het ziekenhuis vervoerd. Je ziet operatiebeelden en het chirurgisch team van de transplantatie aan het werk. De nieuwe nier wordt behandeld.

Tekst op het scherm: Transplantatie

De patiënt wordt na de operatie naar intensieve zorgen gebracht.

Tekst op het scherm: Postoperatief herstel in het ziekenhuis

Prof. Kuypers komt centraal in beeld en zegt:
“De duur dat een patiënt na een transplantatie in het ziekenhuis verblijft, is hoog variabel. En dat leggen we de mensen ook uit als ze op een pretransplant-evaluatie komen. Zodat zij zich daar mentaal en psychisch op kunnen voorbereiden.”

Een arts komt een ziekenhuiskamer binnen en vraagt aan de patiënt of alles goed gaat.

  • Goeiemorgen meneer Dehouwer.
  • Goeiemorgen professor
  • Gaat het een beetje?
  • Het gaat wel.
  • Heeft u wat kunnen slapen deze nacht?
  • Ja, ik heb vrij goed geslapen.
  • U bent gisterenavond laat terug gekomen van het operatiekwartier. Maar alles is heel goed verlopen. De nier produceert ook goed urine. Dat is eigenlijk perfect. Niet te veel pijn? Niet misselijk?

Prof. Kuypers gaat verder:
“Onze gemiddelde verblijfsduur in het ziekenhuis is ongeveer drie weken. Maar als je een vlekkeloos parcours hebt, een nier die onmiddellijk werkt, geen afstoting, geen andere problemen, dan kan het goed zijn dat je op dag elf of twaalf naar huis gaat. Het is voor ons wel belangrijk dat iemand ook heel goed bewust is hoe medicatie moet ingenomen worden, dat ze daarvan heel goed op de hoogte zijn vooraleer iemand naar huis wordt gestuurd. Want voor de rest zal een deel van het management van de medicatie onder de verantwoordelijkheid van de patiënt zelf vallen.”

Je ziet een patiënt op het bed die uitleg krijgt van de verpleegkundig consultent Katleen over de verschillende medicatie. Er wordt gewerkt met een doos.

  • Je weet waarschijnlijk, de afweerremmers, dat is heel belangrijk dat je die op vaste tijdstippen gaat nemen.

Verpleegkundig consulent, Katleen de Bondt, vertelt:
“Wij helpen patiënten om hun medicatie correct in te nemen door een aantal hulpmiddelen aan te reiken zoals het gebruik van medicatiedoosjes. We hebben ook een grote medicatiebox die patiënten mee krijgen na transplantatie. Ook een elektronisch dagboek waarin ze parameters kunnen noteren. We gaan ook samen met de patiënt kijken hoe ze hun medicatie thuis innemen, en hen daarbij helpen en begeleiden hoe ze dat in hun persoonlijk leven kunnen toepassen. Want het is wel belangrijk dat die medicatie op vaste tijdstippen wordt ingenomen.”

Een diëtiste komt langs bij een patiënt op de kamer, gaat zitten en geeft met behulp van een brochure uitleg:

  • Goedemiddag! Dag meneer. We hebben elkaar al gezien. Ik ben Veerle, diëtiste. En vandaag kom ik wat advies geven voor uw voeding voor thuis. Hoe je dat thuis moet praktiseren. De voeding na transplantatie ziet er toch wel wat anders uit. De basis is gezonde voeding. Zonder kaliumbeperking, zonder fosforbeperking. Omdat uw nierfunctie goed is. Dat is goed nieuws, denk ik. Maar het blijft uiteraard wel als basis een zoutbeperking …

De camera zoomt uit en even later zie je prof. Kuypers weer in beeld:

“Eenmaal je ontslagen bent na een geslaagde niertransplantatie, dan is de opvolging de eerste drie maanden na transplantatie zeer intensief. Ik leg de patiënten dat ook altijd vooraf uit.”

Tekst op het scherm: Opvolging

Je ziet beelden van een patiënt in bed die medicatie krijgt van een verpleegkundige. Hij scant de medicatie eerst voor in het patiëntendossier.

Prof. Kuypers gaat verder:
‘”De eerste drie maanden, plan niets, laat dat open, onderga dat, in zoverre dat kan. De reden daarvoor ligt voor ons voor de hand. Het risico op een afstoting van het orgaan is het grootst onmiddellijk na de transplantatie. En in de eerste drie maanden is dat risico echt wel zeer belangrijk. Dat neemt progressief af, maar dat is nooit volledig verdwenen. Dat is ook waarom we zo veel belang hechten dat patiënten hun medicatie stipt en strikt blijven innemen. Omdat je zelfs vijf, tien, vijftien jaar na een geslaagde transplantatie nog altijd een afstoting kunt doen, mocht je je medicatie niet regelmatig blijven innemen.”

Sociaal werkster, Christa De Baere, legt uit:
“Het profiel van de patiënt is niet alleen medisch belangrijk, maar we hebben toch ook ondervonden dat patiënten die goed ondersteund worden door hun familie of door een sociaal netwerk, ook minder problemen ondervinden om therapietrouw te zijn. Wat heel belangrijk is na een transplantatie.”

Je ziet een verpleegkundige uitleg geven aan een patiënt in de kamer. De broer zit in de zetel en luister mee naar de uitleg.

Daarna gaat het beeld naar een patiënt in een bed dat vervoerd wordt door de gangen van UZ Leuven.

Prof. Kuypers vertelt: 
“Wat we in UZ Leuven een beetje verschillend doen dan een aantal van de transplantatiecentra, is dat wij gebruikmaken van nierpunctiebiopsies.

Tekst op het scherm: nierbiopsie

Je ziet een patiënt die een echo krijgt van een radioloog. De arts brengt een markering aan op het lichaam op de plek waar de nier zit. Tenslotte zie je een gedeelte van de punctie.

“Met andere woorden, wij gaan op regelmatige tijdstippen een stukje weefsel van de nier prikken onder lokale verdoving met een echotoestel. En dat weefsel laten we onderzoeken onder de microscoop. Omdat ons dat nog veel waardevolle informatie geeft die je niet kan afleiden uit urineonderzoeken of bloedonderzoeken. En die ons eigenlijk helpen om de anti-afstotingsmedicatie te finetunen om die perfect op maat van de patiënt te veranderen of aan te passen. Om zodanig de langetermijnoverleving van die nier te verbeteren.”

De patiënt wordt na de nierbopsie terug in het bed vervoerd naar zijn kamer.

Prof. Kuypers licht toe:
“De uitdaging vandaag is om uw medicatie zo sterk mogelijk te personaliseren op de individuele patiënt die voor u zit. Met de overtuiging, of met het doel, de overleving, de langetermijnoverleving van die transplantnier te verbeteren. “

Je ziet weer enkele tussenbeelden van in de gang van het niercentrum.

Prof. Kuypers besluit:
“Het mooiste wat je kan krijgen als dankwoord zijn twee zaken: dat een patiënt een stukje van zijn leven althans, terug op een normaal spoor kan brengen. En wat dan nog eens extra plezier doet, en dat is ook bij de meeste patiënten zo, dat is dat zijn hun dankbaarheid tonen naar de persoon die de nier heeft gegeven, de donor en zijn familieleden. Dat is ook eigenlijk iets wat we bij iedere transplantatie die er hier gebeurt, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling ook te horen krijgen.”

De video sluit af zoals hij begonnen is: met versnelde beelden van de activiteiten in het niercentrum.

Leven na een transplantatie, wat nu?

Levenslang medicatie nemen is belangrijk. Waarom? Ook aandacht hebben voor uw hygiëne en voeding is nodig. Hoe herkent u afstotingsverschijnselen? Hoe beschermt u zichzelf tegen de zon? En mag u zich nog laten vaccineren? 

Bekijk deze filmpjes

Over Leven Door Geven

Geef leven door! Ook u kunt op een dag met orgaandonatie geconfronteerd worden. De kans dat u ooit een orgaan nodig hebt, is veel groter dan de kans dat u zelf ooit donor zal zijn. 

Lees over over orgaandonatie
Laatste aanpassing: 2 februari 2024