Voorjaar
Het licht vlaagt over 't land in stoten
wekkend het kort en straf geflonker
der blauwe wind-gefronsde sloten:
het gras gloeit op, dooft uit, is donker.
Twee lammren naast een stijf grauw schaap
staan wit, bedrukt van jeugd in 't gras...
Ik had vergeten hoe het was
en dat de lente niet stil bloeien,
zacht dromen is, maar hevig groeien,
schoon en hartstochtelijk beginnen,
opspringen uit een diepe slaap,
wegdansen zonder te bezinnen.
Maria Vasalis

©Goedele Miseur
Lente
Het ene is nog mooier dan het andere,
de appelboom, de perelaar
en zienderogen staan ze te veranderen,
ik sta erbij en kijk er naar.
'k Heb er geen hand voor uit hoeven te steken
mijn hand is trouwens daarvoor veel te klein,
maar ik raak op al dit moois niet uitgekeken,
staat dit er allemaal voor óns, zou dat zo zijn?
Nu hier de witte bloesems uit de takken breken,
nu is de verre hemel even héél dichtbij
en wat ik zie, dat kan ik niet in woorden spreken,
er gaat vandaag gewoon een wonder door de wei.
Toon Hermans

©Goedele Miseur
Soms
Soms ben ik
als een bloem
klein en kwetsbaar
als gevoel geraakt wordt
net als een bloem
ook buigzaam
en bloei ik
van binnenuit
mijn warmste kleuren
Paula Haegenaars

©Goedele Miseur
Vlinder
Een vlinder overleefde eens de winter.
Op het einde van een zeer warme zomer,
had hij zich verborgen op een zolder
van een oud huis.
Toen er nog sneeuw op de weilanden lag,
maar het ook steeds warmer werd,
kwam de vlinder tevoorschijn.
'Kijk', zeiden de mensen, 'een vlinder'.
Ze voelden weer de hoop
dat de lente gauw zal komen,
dat de oorlog voorbij zal gaan.
Dat alles weer open zal bloeien,
dat er weer een betere tijd zal komen.
'Wie is die vlinder?' vroeg iemand.
'Zij is het verlangen in iedere mens,
de hoop die ons gaande houdt,
de hoop die ons verwarmt.'
antwoorde de eerste zacht bries.

©Goedele Miseur
Uit: Enkelvoud
Met niets. Lente. Bijen. De letter z
is ontsnapt. Grassprietje tussen mijn tanden
is niet van mij, liedje ook niet,
handen in zakken wel.
Met zee.
's Avonds is de zee één vuurtoren hoog
maar zo breed als vergeten.
Met benieuwdheid. Het is twee minuten
voor nu. Ik ontbied dit moment.
Ik rek even aan mijn sigaar en zeg: Wel?
Herman de Coninck

©Goedele Miseur
In jouw gezicht
in jouw gezicht
zie ik de winter
maar ik wéét dat daar onder
ook de zomer ligt
Ook al geloof jij
dat er niets meer in jou zit
dan alleen de herfst
het gaat ooit voorbij
omdat de lente
haar eerste zaadjes al
heeft geplant
ik zie je groeien
en wacht tot ik mag zien
hoe je gaat bloeien
Ingrid Kooij

©Goedele Miseur
Eind van de winter en juist ook het praten van mensen
Zo helder, helderder
dan water is de lucht
doorzichtig stil
te dun om te trillen
en helemaal nieuw
nog niets er in
geen stof geen vocht
geen rimpel
overal smelt het
zwelt het glimt het
nu gaan de dingen
weer beginnen
te gebeuren
het eind
van de winter
en juist ook
tintelen stromen
naar binnen.
Judith Herzberg

©Goedele Miseur
De bloementuin van Moela Nasroeddin
Moela Nasroeddin besloot een bloementuin aan te leggen.
Hij bemestte de grond en zaaide de zaden van vele prachtige bloemen.
Maar toen ze opkwamen stond de tuin niet alleen vol met de bloemen die hij had gekozen,
maar was ook overwoekerd door paardenbloemen.
Hij vroeg advies aan hoveniers in de wijde omgeving en probeerde
iedere bekende methode uit om ze kwijt te geraken, maar tevergeefs.
Tenslotte liep hij helemaal naar de hoofdstad om de koninklijke hovenier
te spreken in het paleis van de sjeik. Deze wijze oude man had al
ontelbare hoveniers geadviseerd en opperde verschillende remedies om
de paardenbloemen te verdrijven, maar de Moela had ze allemaal al geprobeerd.
Ze zaten een poos zwijgend bij elkaar en tenslotte keek de tuinman Nasroeddin aan en zei:
"Nou, dan stel ik voor dat je van ze leert houden."
uit de Soefi-traditie

©Goedele Miseur