Binnen de geriatrische geheugenkliniek kunnen patiënten terecht die kampen met een verminderend cognitief functioneren, ontstaan op latere leeftijd. Dit wordt onderzocht aan de hand van enkele onderzoeken.
Naast de medische onderzoeken vindt er vaak een neuropsychologische evaluatie plaats, waarbij de neuropsycholoog via een uitgebreid testonderzoek het cognitief functioneren van de patiënt in kaart brengt. Ook wordt indien mogelijk bij een naaste uit de omgeving van de patiënt gepolst of er functionele of gedragsmatige veranderingen zijn opgevallen die al dan niet kunnen wijzen op een neurodegeneratief proces.
Wanneer op de geheugenkliniek een dementie wordt vastgesteld, gaat dit vaak gepaard met heel wat vragen rond hoe het nu verder moet. Een diagnose dementie leidt vaak tot grote onzekerheid en angst omtrent de toekomst. Soms is sprake van een milde cognitieve stoornis: er worden cognitieve veranderingen opgemerkt, maar deze hebben momenteel geen belangrijke impact op het dagelijks functioneren. Toch kunnen deze veranderingen bij de patiënt en/of omgeving ook reeds tot heel wat onzekerheid leiden.
De neuropsycholoog biedt in dit kader psychologische ondersteuning en psycho-educatie, waarbij informatie en tips aangeboden kunnen worden om te leren omgaan met de mogelijke veranderingen in cognitie en gedrag. Dit gebeurt op aanvraag via een nazorgtraject en kan zowel voor de patiënt zelf als voor zijn/haar naasten. Soms wordt na het traject in overleg met de patiënt doorverwezen naar de collega’s van de Ouderenpsychiatrie of de MCI-dagkliniek.