De productie van ketonen treedt op bij:
- Gebruik van alcohol
- Langdurig vasten
- Intensieve activiteit
- Insulinetekort bij diabetespatiënten
Wij hebben insuline nodig om glucose als energiebron te kunnen gebruiken. Als de ketonproductie volledig uit de hand loopt, ontstaat er een ernstige, levensbedreigende situatie, 'diabetische ketoacidose'. Dat is meteen ook de reden waarom u uw ketonen goed in de gaten moeten houden.
Mogelijke oorzaken
- Ontstaan nieuwe type 1-diabetes
- Overslaan van een insuline-injectie
- Defecte insulinepen of insulinepomp en katheter
- Slechte regeling van de diabetes
- Psychologisch problemen: niet spuiten door prikangst, eetproblemen, ..
- Emotionele stress
- Fysieke stress: acute ziekte en koorts, ongeval, heelkundige ingreep, …
- Langdurig vasten
- Drug- en alcoholmisbruik
Ketoacidose bij gebruik van SGLT2-inhibitoren
Keto-acidose KAN optreden bij lage, normale en hoge bloedsuikerwaarden bij mensen met type 1 diabetes onder behandeling met een SGLT2-inhibitor:
- Invokana
- Forxiga
- Jardiance
Symptomen
- Dorst en veel plassen
- Hoofdpijn en moeheid/slaperigheid
- Droge tong en huid
- Buikpijn en spierpijn
- Misselijkheid en/of braken
- Snelle ademhaling en zoetruikende adem (acetongeur). Wordt alleen opgemerkt door de anderen.
- Uitdroging van het lichaam
- Verwijde pupillen en wazig zien
Als u een of meer van deze klachten hebt, moet u contact opnemen met het diabetesteam, na kantooruren met hospitalisatie 32 of uw (huis)arts.
Zeker braken, in combinatie met hoge bloedglucosewaarden, is een signaal om direct contact op te nemen met het diabetesteam of met uw behandelde arts of om naar de spoedafdeling van dichtstbijzijnde ziekenhuis te gaan.
Behandeling
- Begin alvast met voldoende te drinken en verhoog je inname koolhydraten, spuit hiervoor ook insuline in.
- Meet om de twee uur uw bloedsuiker en bepaal de ketonen in het bloed of in de urine (keturtest) als uw bloedsuiker hoger is dan 250 mg/dl en/of als u een of enkele van bovengenoemde klachten hebt.
- Maak gebruik van uw aanpassingsschema om een kleine hoeveelheid extra insuline bij te geven om uw hogere bloedsuikers weg te werken. Bijvoorbeeld wanneer uw bloedsuiker > 200 mg is, spuit u 2E snelwerkende insuline bij.
- Stop met het bijgeven van insuline (om de 2 uur) wanneer uw bloedsuiker goed staat (rond de 150 mg/dl).
Als uw bloedsuiker niet zakt of blijft stijgen moet u uw arts bellen.
Ketonen testen
Ketonen kunnen in het bloed en in de urine gemeten worden.
Ketonen meten in de urine
Dit is de oudste en de goedkoopste methode. Het principe bestaat erin te plassen op een teststrip of de stick te dompelen in de urine. Na 60 seconden treedt een verkleuring van de stick op. Die verkleurt naargelang er meer ketonen in de urine aanwezig zijn. Voor de interpretatie van deze verkleuring kijkt u naar de achterzijde van de verpakking. Hoe donkerder de kleur en dus hoe meer kruisjes, hoe meer ketonen aanwezig. Als er ketonen aanwezig zijn in uw urine, contacteer dan altijd uw arts of diabetesverpleegkundige.
Nadeel
- Er zit vertraging op de meting: u meet de concentratie in de urine die in de voorbije uren is aangemaakt.
- Deze methode meet voornamelijk acetylanzuur en aceton en niet het meest voorkomende ketonproduct, béta-hydroxy-boterzuur.
- Strips mogen niet aan lucht blootgesteld worden.
- De strips zijn maar drie maanden houdbaar.
Ketonen meten in het bloed
Deze methode laat toe om precies en gemakkelijk ketonen te meten. Via een vingerprik brengt men een druppel bloed op een teststrip van een aangepaste glucosemeter.
Waarde tussen 0 en 0,6 mmol/l | Een spoor van ketonen | Volg de bloedsuiker om de 2 uur op totdat deze terug normaal is. In geval van aanhoudend hoge waarden, meet ketonen opnieuw. |
Waarde tussen 0,6 en 1,5 mmol/l | Controleer de bloedsuiker en ketonen om de 2 uur | Contacteer uw arts of diabetesverpleegkundige. |
Waarde tussen > 1,5 mmol/l | Grote hoeveelheid ketonen aanwezig | Contacteer onmiddellijk uw arts of diabetesverpleegkundige. |
Waarde HI: het aantal ketonen is >6,0 mmol/l | Uw toestel kan deze waarde niet meer meten en geeft HI aan | Contacteer onmiddellijk uw arts of diabetesverpleegkundige. |
Voordeel
- Deze strips zijn apart verpakt en dus langer houdbaar (1,5 jaar).
- Betrouwbaarder.
- Deze methode meet ook het belangrijkste ketonproduct, béta-hydroxy-boterzuur.
Nadeel
- De strips hebben een hogere kostprijs.
Wie moet testen op ketonen?
- Mensen met type 1-diabetes
- Vrouwen met diabetes die zwanger zijn
- Kinderen met diabetes
- Mensen met een insulinepomp
- Mensen met herhaalde episoden van ketonoverproductie. Deze groep moet zeer waakzaam zijn en voldoende meten.
Wanneer moet u testen op ketonen?
Als de glycemie hoger is dan 300 mg/dl.
Als de glycemie hoger is dan 250 mg/dl en of
- Bij ziekte en koorts
- Bij braken en diarree
- Bij stress
- Bij inspanning
- Bij sporten
Wat moet u doen bij hoge glycemie?
Alle situaties met een hoge glycemie vragen de nodige waakzaamheid. Ga voor uzelf na of de hoge glycemie te verklaren is.
- Is de insuline in de juiste hoeveelheid en op de juiste wijze toegediend?
- Hebt u iets bijzonder gegeten?
- Zijn er geen blauwe of harde plekken op de plaats van injectie?
- Bent u opgestart met nieuwe medicatie?
- Hebt u een infiltratie gekregen?
- Bent u ziek?
- Hebt u koorts?
- Hebt u last van stress of spanning?
- Is de insulinepen/insulinepomp kapot?
- Is de katheter niet verstopt?
- Zijn er geen luchtbellen in de leiding van de insulinepomp?
- Is er geen afknikking van de leiding van de insulinepomp?
- …