De studie werd uitgevoerd bij 69 koppels die ten minste voor de tweede keer een IVF-behandeling ondergingen. De koppels kregen vragen over hoe hoog zij hun kansen op succes inschatten. Die gegevens werden vergeleken met hun persoonlijke prognose, die berekend werd aan de hand van een model dat rekening houdt met zowel klinische factoren als laboratoriumfactoren. Daarnaast gingen de onderzoekers voor elk koppel ook na hoe optimistisch zij over het algemeen in het leven staan.
Mannen hogere verwachtingen dan vrouwen
De onderzoekers berekenden dat de kans om een kind te krijgen na één volledige IVF-cyclus binnen deze patiëntengroep 32 procent was. Uit het onderzoek bleek dat maar liefst 85 procent van de vrouwen en 88 procent van de mannen de kans op een succesvolle behandeling overschat. “Bijna de helft van de vrouwen en meer dan de helft van de mannen verwachtte zelfs dat de slaagkans minstens dubbel zo hoog was”, zegt Hanne Devroe, klinisch embryoloog in het fertiliteitscentrum van UZ Leuven. “ Mannen hadden significant hogere verwachtingen dan hun vrouwelijke partners. Dat verschil kon niet verklaard worden door een hogere graad van algemeen optimisme.”
Beeldvorming
Kwalitatief onderzoek heeft aangetoond dat net de combinatie van herhaalde gefaalde IVF-cycli en onrealistisch hoge verwachtingen kan zorgen voor grote ontgoochelingen en er bovendien toe kan leiden dat patiënten de behandeling stopzetten. “Deze studie is de eerste die op deze manier de verwachtingen van patiënten met hun prognose heeft vergeleken. Maar ook in andere landen bleek uit verschillende studies dat patiënten, en het grote publiek, hoge verwachtingen hebben van een IVF-behandeling. Die verwachtingen worden grotendeels gevormd door de media en het internet, maar ook de fertiliteitscentra zelf kunnen een rol spelen in de beeldvorming”, zegt Hanne Devroe.
Werken aan realistische verwachtingen
Fertiliteitscentra kunnen een rol spelen in het scheppen van realistische verwachtingen. Zij delen nu meestal gemiddelde succescijfers op hun websites, maar vaak zijn die alleen relevant voor een referentiepopulatie van jonge patiënten. Bovendien denken patiënten vaak dat gemiddelde resultaten niet op hen van toepassing zijn. Ze denken dat zij beter zullen scoren, omdat ze bijvoorbeeld een gezonde levensstijl hebben en ervaren artsen. Hanne Devroe: “Wij zijn momenteel aan het onderzoeken of het communiceren van een gepersonaliseerde prognose ervoor kan zorgen dat patiënten realistischere verwachtingen hebben.”
De koppels die deelnamen aan de studie worden verder opgevolgd om na te gaan of de mate waarin hun verwachtingen onrealistisch zijn in verband staat met de mate van teleurstelling en het aanvatten van een nieuwe IVF-cyclus.
Lees hier het persbericht van de European Society of Human Reproduction and Embryology, waar het onderzoek vorige week werd voorgesteld.