Het onderzoek van dr. Heleen Vanhaute en dr. Jenny Ceccarini toonde aan dat er een rechtstreeks verband is tussen de hoeveelheid neerslag van tau-eiwit en de mate van verlies aan communicatie tussen hersencellen, synaptische densiteit genoemd, in de hersenen van patiënten met een voorstadium van de ziekte van Alzheimer.
Dat werd gemeten met twee nieuwe speurstoffen, [11C]-UCB-J (synapsen) en [18F]-MK6240 (tau-eiwit), en met PET-MR en vergeleken met cognitief intacte vrijwilligers.
Het pilootonderzoek kadert in een groter project dat het spreidingpatroon van tau in de hersenen volgt samen met synaptische densiteit in relatie tot structurele veranderingen en veranderde connectiviteit tussen hersengebieden. Men krijgt zo een inzicht in het tijdsverloop van de moleculaire en functionele veranderingen in de hersenen. Daarnaast kan hierdoor de prognose van het voorstadium van Alzheimer beter worden ingeschat en kan het effect van nieuwe therapieën, die ofwel tau-neerslag uitschakelen ofwel synaptische dichtheid intact moeten houden, sneller en beter geëvalueerd worden.
Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door een KU Leuven-C2-beurs, de Stichting Alzheimeronderzoek en FWO Vlaanderen.
Meer info
'Changes in synaptic density in relation to tau deposition in prodromal Alzheimer’s disease: a dual protocol PET-MR study.'
H. Vanhaute, J. Ceccarini, L. Michiels, S. Sunaert, M. Koole, R. Lemmens, L. Emsell, M. Vandenbulcke, K. Van Laere