Eerste Belgische ziekenhuis
UZ Leuven is het eerste Belgische ziekenhuis dat een biologische hartklep met een langere duurzaamheid aanbiedt aan zijn patiënten. Op 5 september 2017 kreeg een vijftiger met een actieve levensstijl als eerste patiënt in België het nieuwe type hartklep. De man stelt het goed en is tevreden dat hij zijn intensieve sportactiviteiten verder zal kunnen beoefenen.
Vandaag heeft iemand met een defecte aortaklep de keuze tussen een mechanische of biologische klep. Een mechanische hartklep gaat levenslang mee, maar heeft het onmiskenbare nadeel dat je ook levenslang bloedverdunners moet innemen. Voor zwangere vrouwen of mensen met een actieve levensstijl, kan dat een probleem zijn. Bovendien maakt een mechanische klep een tikkend geluid. Bij een biologische klep, gemaakt van varkens- of runderweefsel, moet een patiënt geen medicijnen innemen en hoor je geen geluid. Het grote nadeel is dat een biologische klep verslijt of verkalkt: gemiddeld is een biologische klep na tien tot vijftien jaar aan vervanging toe. Dat proces van verkalking gaat sneller bij jongere patiënten.
Langere duurzaamheid
De nieuwe Inspiris-hartklep is gemaakt van runderweefsel bewerkt met een nieuwe conserveringstechnologie. Die zorgt voor minder kalkafzetting en bijgevolg minder slijtage. Bovendien maakt die nieuwe weefseltechnologie het mogelijk om de klep droog te bewaren in plaats van, zoals nu gebeurt, in een vloeistof. De bewaarvloeistof voor andere hartkleppen is licht toxisch en moet daarom net voor het inbrengen in het lichaam grondig afgespoeld worden. Omdat de nieuwe hartklep geen bewaarvloeistof meer nodig heeft, kan de chirurg ze sneller en vlotter inbrengen. Ook nieuw is dat de Inspiris-klep een flexibel en uitzetbaar randje heeft, waardoor een eventuele vervanging op latere leeftijd makkelijker met een katheter via de lies kan.
Lagere leeftijdsgrens
Arts en patiënt maken samen de keuze voor een biologische of mechanische hartklep. Prof. dr. Bart Meuris, hartchirurg in UZ Leuven: “Vroeger lag de leeftijdsgrens voor een biologische hartklep op minimaal 70 jaar, tegenwoordig geven we ze ook aan mensen van 65 of 60. Het ziet ernaar uit dat we met dit nieuwe type ook vijftigers en jonge zestigers kunnen laten profiteren van de voordelen van een biologische hartklep, zonder dat ze op latere leeftijd moeten terugkeren voor een tweede hartklepvervanging. Mocht dat toch nodig zijn, dan hoeven ze met dit nieuwe type geen openhartoperatie meer te ondergaan, maar kan het eenvoudiger via een katheter in de lies.”
Het ziet ernaar uit dat we met dit nieuwe type ook vijftigers en jonge zestigers kunnen laten profiteren van de voordelen van een biologische hartklep, zonder dat ze op latere leeftijd moeten terugkeren voor een tweede hartklepvervanging.prof. dr. Bart Meuris
Wetenschappelijke basis
Door de grote vraag naar meer duurzame biologische hartkleppen, kwam het bedrijf Edwards Lifesciences tien jaar geleden naar de cardiochirurgen van UZ Leuven en KU Leuven met de vraag om een grote experimentele studie te doen. De studie maakte een vergelijking tussen de biologische klep die het bedrijf al twintig jaar op de markt had en de nieuwe Inspiris-klep. De grootschalige studie toonde gunstige resultaten aan en werd onder leiding van professor Bart Meuris gepubliceerd in 2015.
Prof. dr. Bart Meuris: “We zijn er trots op dat we met ons jarenlange onderzoek aan de wieg staan van de nieuwe ontwikkelingen op het vlak van biologische hartkleppen. De levensverwachting neemt toe, waardoor een zestiger van vandaag veel kans heeft om negentig te worden. Het is dus belangrijk dat we blijven sleutelen aan biologische hartkleppen die zo lang mogelijk meegaan.”
Terugbetaling
In juni 2017 kreeg de eerste patiënt ter wereld in Londen een Inspiris-hartklep. In België staat de hartklep voorlopig nog niet op de lijst van terugbetaalde hartkleppen, maar is wel een terugbetaling gepland vanaf 2018. Ondertussen kan UZ Leuven voor een geselecteerde groep patiënten wel al gebruikmaken van de nieuwe hartklep. Prof. dr. Bart Meuris: “We denken dan vooral aan patiënten tussen de 50 en 65 jaar. Oudere patiënten zijn voorlopig uitstekend geholpen met de huidige biologische hartkleppen.”
Over de vervanging van een aortahartklep
In UZ Leuven krijgen gemiddeld 700 mensen per jaar een hartklepoperatie. De helft daarvan krijgt een nieuwe aortaklep. 90 procent van de patiënten kiest voor een biologische nieuwe hartklep, 10 procent voor een mechanische. Wereldwijd is de vraag naar biologische hartkleppen gestegen. Vijftigers en zestigers kiezen vandaag al vaak voor een biologische hartklep, maar weten dat de mogelijkheid bestaat dat ze zullen moeten terugkeren voor een nieuwe ingreep.