Voorbeeld 1
Je start met een bloedafname via een PICK. Je kan gemakkelijk inspuiten maar wanneer je probeert om bloed te aspireren komt er enkel een weinig rozig vocht. Na het inspuiten van een extra 10 ml of NaCl 0,9% en het vragen aan de patiënt om eens diep in te ademen kan de bloedafname vlot gebeuren.
CINAS classificatie=IN1AS2
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1) maar de bloedaspiratie was niet gemakkelijk maar moeilijk (AS2). Bloedaspiratie was niet onmogelijk want je kon de volledige bloedafname, mits enkele extra handelingen, uitvoeren via de veneuze katheter.
Voorbeeld 2
Je start met een bloedafname via een poortkatheter. Bij het voorafgaandelijk spoelen merk je dat je gemakkelijk kan inspuiten maar wanneer je de tweede vacuüm bloedtube hebt afgenomen, is het niet meer mogelijk de 3 resterende tubes af te nemen, wat je ook probeert (zoals extra spoelen, een nieuwe Hubernaald plaatsen). Je neemt de resterende bloedtubes af via een perifere punctie.
CINAS classificatie=IN1AS3
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1) maar het voltooien van de volledige bloedafname was onmogelijk (AS3). Hoewel initieel bloedaspiratie gemakkelijk was, was het onmogelijk om de geplande bloedafname uit te voeren: op het einde van de bloedafname was bloedaspiratie onmogelijk.
Voorbeeld 3
Je wil een bolusinjectie medicatie geven via een bijspuitpoort van de infuusleiding van een perifere katheter. Je voelt een zekere weerstand, het gaat niet vlot. Als je probeert te aspireren is bloedaspiratie onmogelijk.
CINAS classificatie=IN2AS3
Uitleg
Inspuiting was niet gemakkelijk, maar moeilijk (IN2) omdat je een weerstand voelde bij inspuiting en de bloedaspiratie was onmogelijk (AS3).
Voorbeeld 4
Je prikt een poortkatheter en er hoeft geen bloed te worden afgenomen. Je merkt dat je gemakkelijk kan inspuiten, je probeert te aspireren maar je krijgt geen bloed terug. Je probeert met enkele manoeuvres om toch bloed te aspireren maar je slaagt er niet in meer dan 2 ml bloed te bekomen.
CINAS classificatie=IN1AS3
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1), maar het was onmogelijk om 3ml bloed te aspireren(AS3).
Voorbeeld 5
Je prikt een poortkatheter en er hoeft geen bloed te worden afgenomen. Je merkt dat je gemakkelijk kan inspuiten, je probeert te aspireren maar je krijgt geen bloed terug. Je probeert met enkele manoeuvres en slaagt er toch in om 3 ml bloed te aspireren.
CINAS classificatie=IN1AS2
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1), het was mogelijk om 3ml bloed te aspireren maar gezien de extra noodzakelijke handelingen om dit te bereiken was de bloedaspiratie niet gemakkelijk maar moeilijk (AS2)
Voorbeeld 6
Je komt net binnen in de patiëntenkamer en je merkt dat de infusiezak volledig leeg is en er zich bloed in de leiding bevindt. Je probeert met NaCl 0, 9% de katheter te spoelen maar dit is onmogelijk; ook de bloedaspiratie is onmogelijk.
CINAS classificatie=IN3AS3
Uitleg
Inspuiting was onmogelijk (IN3) en 3 ml bloed aspireren was onmogelijk (AS3).
Voorbeeld 7
Je collega heeft doorgegeven dat bij een patiënt een probleem van verstopping is vastgesteld, namelijk IN3AS3 na reflux van bloed in de leiding. Je start met de toediening van een trombolyticum (bvb. Urokinase) via de katheter en na een paar minuten slaag je erin, ondanks de aanwezige weerstand, om 1,5 ml van het trombolyticum te injecteren. Je probeert opnieuw bloed te aspireren waarbij je erin slaagt om heel vlot 3 ml bloed te aspireren. Je probeert opnieuw te injecteren. Dit blijft echter moeilijk.
CINAS classificatie=IN2AS1
Uitleg
De inspuiting was mogelijk, echter moeilijk (IN2) en zeker niet gemakkelijk. Het was wel mogelijk om gemakkelijk 3 ml bloed te aspireren (AS1).
Voorbeeld 8
Je collega heeft doorgegeven dat bij een patiënt en probleem van verstopping is vastgesteld, namelijk IN3AS3, na reflux van bloed in de leiding. Je start met de toediening van een trombolyticum (bvb. Urokinase) via de katheter en na een paar minuten slaag je erin, ondanks de aanwezige weerstand om 1,5 ml van het trombolyticum te injecteren. Je probeert opnieuw bloed te aspireren waarbij je erin slaagt om 3 ml bloed te aspireren met de spuit maar het gaat heel moeizaam.
CINAS classificatie=IN2AS2
Uitleg
De inspuiting was mogelijk, echter moeilijk (IN2) en zeker niet gemakkelijk. Het was mogelijk om de 3 ml bloed te aspireren maar het was moeilijk (AS2).
Voorbeeld 9
Je prikt een poortkatheter aan met een Hubernaald. Je merkt dat inspuiten heel gemakkelijk is. Het lukt echter niet om bloed te aspireren. Je onderneemt een aantal acties zoals extra spoelen. Je probeert opnieuw en je merkt dat je heel vlot 3 ml bloed kan aspireren.
CINAS classificatie=IN1AS2
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1), je ondernam acties omdat het moeilijk was om direct bloed te kunnen aspireren (AS2).
Voorbeeld 10
Je wil bloed afnemen voor labo-onderzoek via een getunnelde katheter. Het spoelen met NaCl 0,9% gaat heel vlot en gemakkelijk. Je start met het afnemen van de 4 Vacutainer® tubes maar na het vullen van 2 tubes stopt het spontaan vullen van de tube. Je probeert met een spuit voorzichtig te aspireren en je slaagt erin op die manier de overige 2 tubes te vullen.
CINAS classification=IN1AS2
Uitleg
Inspuiting was gemakkelijk (IN1), het was ook mogelijk om de bloedafname volledig uit te voeren. Dit was echter moeilijk (AS2), de laatste 2 tubes werden gevuld na het aspireren van bloed met een spuit.
Voorbeeld 11
Je merkt dat de infuuszak bij een patiënte niet vermindert volgens de voorgeschreven snelheid. Je zet de rolklem op de infuusleiding volledig open. Het infuus druppelt zeer traag. Bloedaspiratie werd niet getest.
CINAS classificatie=IN2ASX
Uitleg
De infuuszak vermindert in onvoldoende mate en de maximale druppelsnelheid wordt niet gehaald bij het volledig openen van de rolklem. De infusie verloopt niet gemakkelijk maar moeilijk (IN2), bloedaspiratie werd niet geëvalueerd en is dus niet gekend (ASx).