Voorbereiding
Hygiëne
Baby’s die donormelk krijgen, zijn uiterst kwetsbaar. Daarom vragen we je om de algemene richtlijnen voor hand- en borsthygiëne bij afkolven nauwkeurig te volgen.
Materiaal
- Zet het afkolfapparaat op een schone, handige plek en sluit de adapter aan op het stopcontact.
- Bereid een steriele afkolfset en een donorflesje voor op een gereinigd oppervlak.
- Draai de schroefdop van het donorflesje en plaats deze met de binnenzijde naar boven neer.
Zorg ervoor dat je de binnenkant van het flesje of de dop niet aanraakt om de steriliteit te bewaren. - Houd het borstschild vast aan de buitenzijde en monteer het zorgvuldig op het flesje.
- Sluit het afkolfsetje aan op het afkolfapparaat.
- Je afkolfmateriaal is nu klaar voor gebruik.
Borsten voorbereiden
Om de toeschietreflex te stimuleren en de melkstroom te optimaliseren, is het belangrijk je borsten vooraf goed voor te bereiden. Dit kun je doen door warmte toe te passen en je borsten te masseren.
Warmte toepassen
- Neem een warme douche of gebruik een warmtekussen, hot-coldpack of elektrisch dekentje.
- Wikkel de warmtebron altijd in een propere tetraluier of keukenhanddoek om brandwonden te voorkomen.
- Richt de warmte op het borstgebied om de melkkanalen te stimuleren.
Borstmassage
Wist je dat je door je borsten te masseren voor, tijdens en tussen het kolven meer moedermelk kunt afkolven? Probeer de volgende technieken en wissel af om alle melkklieren te stimuleren:
- Maak cirkelvormige bewegingen met je vingers. Concentreer je enkele seconden op één plek voordat je naar een andere zone gaat. Werk in een ronde beweging naar de tepelhof toe.
- Schenk extra aandacht aan voelbare melkklieren of gespannen zones.
- Plaats je handen vlak tegenover elkaar op je borst en maak heen-en-weerbewegingen in tegenovergestelde richting (bijvoorbeeld: terwijl je bovenste hand van links naar rechts beweegt, beweegt je onderste hand van rechts naar links).
- Glijd langzaam naar de tepel toe om de melkkanalen verder te stimuleren.
Met deze technieken bereid je je borsten optimaal voor en ondersteun je een vlotte melkstroom tijdens het kolven.
Afkolven
Kolven voor de donormelkbank kan zowel met een handkolf als met een elektrisch kolfapparaat. Voor donatie mag uitsluitend melk worden gebruikt die rechtstreeks vanuit de kolf in een steriel donorflesje terechtkomt. Handmatig gekolfde melk kan wel worden opgevangen, maar alleen voor eigen gebruik.
Na het kolven
- Verwijder het melkflesje voorzichtig van het borstschild en sluit het direct af met de schroefdop. Raak de binnenkant van het flesje of de dop niet aan om de steriliteit te bewaren.
- Duw de laatste druppels melk uit je borst en masseer deze in en rond de tepel en tepelhof. Laat de melk opdrogen, omdat moedermelk een natuurlijke verzachtende en helende werking heeft.
- Vervang vochtige borstkompressen om je tepels droog te houden. Een vochtig milieu bevordert de groei van micro-organismen.
- Noteer de datum van afkolven op de dop van het flesje met een alcoholstift.
- Plaats het flesje met moedermelk zo snel mogelijk in de koelkast. De melk kan hier maximaal 24 uur worden bewaard.
Flessen waar geen etiket op zit of geen datum op staat, kunnen niet door de donormelkbank worden gebruikt.
Afgekolfde melk moet steeds binnen de 24u in de diepvries (-18°C of kouder) geplaats worden.
Reinigen en steriliseren
Reinig en steriliseer het kolfmateriaal na elk gebruik om alle micro-organismen te doden.
Bewaren in koelkast en diepvriezer
Koelkast
- Bewaar afgekolfde melk achteraan in de koelkast, niet in de deur of groentelade, om temperatuurschommelingen te vermijden.
- Afgekolfde melk van verschillende momenten op dezelfde dag kan, na afkoeling, in één flesje worden samengevoegd. Dit kan tot maximaal 24 uur in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur tussen 0°C en 4°C.
- Voor een optimaal behoud van vitamines en andere unieke eigenschappen van moedermelk is snelle afkoeling belangrijk.
Diepvriezer
- Plaats het flesje met afgekolfde melk binnen 24 uur rechtop in de diepvriezer bij een temperatuur van -18°C of kouder.
- Voeg nooit verse, nog warme melk toe aan een flesje met reeds ingevroren melk om ontdooien of besmetting te voorkomen.
Ondersteuning bij het afkolven
Bij vragen of problemen kun je altijd terecht bij:
- de borstvoedingsraadpleging in UZ Leuven.
- op de dienst neonatologie als je baby daar opgenomen is.
- bij de vroedvrouw die je thuis opvolgt.
- bij een lactatiekundige in jouw buurt via de Belgische Vereniging voor Lactatiekundigen (BVL).