UZ Leuven nu Centre of excellence for sarcoidosis

18 maart 2021
Eind 2020 is UZ Leuven toegevoegd aan de lijst van 'Centres of excellence for sarcoidosis'. Wereldwijd zijn er 22 zulke multidisciplinaire centra die onderzoek naar sarcoïdose verrichten en ondersteuning bieden aan patiënten.

Duurzame samenwerking en leiderschap

De erkenning is uitgereikt door WASOG (World Association for Sarcoidosis and Other Granulomatous Disorders).

De organisatie behoudt de erkenning voor aan multidisciplinaire teams waar gespecialiseerde medische en paramedische professionals duurzaam samenwerken rond sarcoïdose en in de loop der jaren blijk hebben gegeven van leiderschap in hun vakgebied.

Ze ontwikkelen best practices, verrichten onderzoek, ondersteunen professionals die met de aandoening in contact komen, en bieden hoogstaande patiëntenzorg.

Patiëntenzorg verder optimaliseren

De erkenning is een opsteker voor het team in UZ Leuven. Het zet in op hoogstaande kwalitatieve begeleiding en opvolging van de sarcoïdosepatiënt. Het is de ambitie om door educatie, onderzoek en verdere verdieping de zorg nog verder te verfijnen en te optimaliseren.

De expertise op vlak van sarcoïdose is binnen UZ Leuven aanwezig op verschillende diensten die nauw samenwerken binnen het kader van dit WASOG Centre of Excellence: algemene interne geneeskunde, reumatologie, cardiologie, dermatologie, hepatologie, hematologie, klinische genetica, nefrologie, neurologie en pneumologie.

Auto-immuunziekte

Sarcoïdose is een auto-immuunziekte die zich vooral bij personen jonger dan 50 jaar manifesteert. De aandoening wordt gekarakteriseerd door een granulomateuze ontstekingsreactie. Daarbij worden witte bloedcellen geproduceerd, meer bepaald granulomen, die zich gaan opstapelen in het lichaam. De opstapeling gebeurt het vaakst in organen die in contact staan met de buitenwereld zoals de longen, de huid en de ogen. Andere organen kunnen echter ook aangetast worden.

De diagnose is vaak moeilijk, gezien de grote variatie waarop de ziekte tot uiting komt: zowel de locatie als de symptomen kunnen sterk uiteenlopen.
Doorgaans gebeurt de diagnose aan de hand van klinische, radiologische, serologische en histopathologische bevindingen.

De behandeling bestaat uit de combinatie van opvolging, medicamenteuze therapie en revalidatie. Bij de meerderheid van de patiënten is de prognose gunstig, met een lage mortaliteit.
Bij een kleine groep echter vormt zich littekenweefsel ter hoogte van de longen, of pulmonale hypertensie. Dan is de prognose minder gunstig en is frequente opvolging en onderhoudstherapie noodzakelijk.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 18 maart 2021