Sinds 1986 is orgaandonatie en transplantatie in België wettelijk vastgesteld in de “Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen”.
De volledige tekst van de wet met de meest recente aanpassingen vindt u op de website van de Belgische federale regering.
Iedereen donor
Onze wetgeving hanteert het principe van ‘veronderstelde toestemming’. Elke meerderjarige Belg wordt verondersteld akkoord te zijn om na zijn overlijden een mogelijke donor te zijn tenzij hij tijdens zijn leven formeel of informeel verzet heeft aangetekend.
Formeel verzet is een registratie in het nationaal register dat er een weigering is tot orgaandonatie.
De wet bepaalt dat ook informele wijzen van verzet door de ‘mogelijke donor’ moeten worden nageleefd voor zover dat verzet aan de betrokken artsen werd meegedeeld. De artsen moeten informeren naar dit mogelijke verzet.
Het Belgische systeem maakt dat het aantal weigeringen voor orgaandonatie beduidend lager ligt dan in landen waar de familie een actievere beslissing moet nemen. Dat uit zich ook in de cijfers.
België heeft bijna 30 orgaandonoren per miljoen inwoners, terwijl Nederland en Duitsland er ongeveer 15 per miljoen inwoners tellen.
Nog steeds tekort aan donoren
Toch blijft de nood hoog. Voor elk soort orgaan is er een tekort en overlijden er mensen die op de wachtlijsten staan. Elke orgaandonor telt en kan tot 8 mensenlevens redden en de kwaliteit van leven van 50 mensen verbeteren.