Wanneer begin je te oefenen met een prothese?
Zodra je de liner twee keer per dag gedurende 4 uur kan verdragen en de artsen hun toestemming geven, mag je starten met de protheserevalidatie. De prothesist zal jouw stomp meten en een prothese maken via een gipsafdruk of via omtrekmetingen.
Het oefenen met de prothese is gericht op functionele vaardigheden: dagelijkse activiteiten zoals stappen, hindernissen nemen, evenwicht bewaren, trappen op en af gaan, buitenactiviteiten enzovoort. Dat wordt allemaal geleidelijk opgebouwd.
Een prothese op jouw maat
Een prothese wordt op maat gemaakt. Dat duurt ongeveer 1 à 2 weken. Wanneer de prothese klaar is, mag je hem voor de eerste keer passen. Als die goed past, start je met de opbouw van het dragen van de prothese samen met de kinesitherapeut en ergotherapeut.
Je eerste prothese is een zogenaamde oefenprothese of evaluatieprothese, waaraan kleine dingen veranderd kunnen worden tot hij perfect past.
Een prothese dragen is even wennen. Je moet leren om de prothese op de juiste manier aan te doen en te voelen of deze goed past. Het is belangrijk om tijdens én na het hele traject de stomp en het litteken goed te inspecteren op roodheden of wondjes. Lokale roodheid die verdwijnt binnen 20 minuten is niet verontrustend, tenzij je daar ook pijn voelt. Zeg dit tijdig aan je zorgverleners, zodat we de liner of de prothese kunnen aanpassen. Het dragen van de prothese wordt geleidelijk opgebouwd tot 2 keer 4 uur per dag.
Later, wanneer je terug thuis bent, zal er een definitieve prothese aangemeten en afgewerkt worden.
Ook tijdens de revalidatieperiode met prothese staat de psycholoog van het team ter beschikking. De eerste keer een prothese rond jouw stomp zien is een emotioneel moment, maar het is ook een moment van hoop.
Natuurlijk moet er eerst intens geoefend worden met de prothese tot de functionele vaardigheden verworven zijn. Dit kan zwaar zijn en pijn doen, waardoor je moeilijke dagen beleeft en het vertrouwen wat afzwakt. Maar met steun en begeleiding sla je je erdoor!
