Beeldvorming
Dankzij betere beeldvormingstechnieken krijgen de chirurgen beter zicht op de te opereren zone. Ze hebben ook steeds betere materialen ter beschikking. Zo werken de specialisten in UZ Leuven met de meest innovatieve robotarmen, die met nog minder onbedoelde schade de tumor kunnen wegnemen.
Nazorg
Operaties komen nooit zonder bijwerkingen. Kort na een ingreep in de mond of keelholte is eten vaak moeilijker of soms onmogelijk. De patiënt krijgt daarom eventueel vloeibare voeding die via een sonde in de neus naar de maag loopt. Als de arts verwacht dat de patiënt voor langere tijd niet normaal zal kunnen eten, dan plaatst hij een maagsonde via de buikhuid.
Het is mogelijk dat de operatie een zwelling in de mond en/of keel veroorzaakt, waardoor de patiënt in ademnood dreigt te geraken. Om dat te voorkomen, maakt de chirurg een tijdelijk gaatje in de luchtpijp om die open te houden met behulp van een canule, die bestaat uit twee holle buisjes die in elkaar passen. Communiceren moet dan tijdelijk met pen en papier, via een tablet of met gebaren. Zodra de zwelling minder is, mag de canule eruit. Het gaatje groeit vanzelf weer dicht.
Bij uitgebreide hoofd- of halsingrepen zijn soms protheses nodig om delen van het gezicht die verwijderd zijn, te vervangen.
Precieze ingreep
De chirurg doet er alles aan om een gezwel te verwijderen zonder het lichaam te veel te verminken. Een laryngectomie, de volledige verwijdering van het strottenhoofd, wordt zoveel mogelijk vermeden omdat de patiënt daarna niet meer zonder de hulp van een stemknop of andere logopedietechniek kan praten. Ook wanneer een deel van de tong moet worden weggenomen, heeft dat een grote impact op communiceren, eten en drinken.