Een ongeplande zwangerschap bij een slecht geregelde vrouw met diabetes houdt een groot risico in, zowel voor de moeder als voor het kind. Door zeer goede begeleiding juist voor en tijdens de zwangerschap wordt het risico op aangeboren afwijkingen zo laag mogelijk gehouden.
Vóór bevruchting
Om aangeboren afwijkingen te vermijden, is de diabetesregeling tijdens de bevruchting en gedurende de eerste weken van de zwangerschap uiterst belangrijk. In de eerste weken van de zwangerschap, op een moment dat u misschien nog niet weet dat je zwanger bent, worden immers alle organen aangelegd en is het risico op aangeboren afwijkingen het grootst als u slecht geregeld bent. Informeer daarom uw arts als u zwanger wilt worden.
Tijdens 2de en 3de trimester van zwangerschap
Zo kunnen medische risico’s verminderd worden. Als in deze periode de moeder te hoge bloedsuikers heeft, zal deze extra hoeveelheid suiker via de moederkoek naar het kind gaan. Daardoor krijgt het kind meer energie toegevoerd dan nodig. Deze extra energie wordt omgezet in vet, waardoor het kind te zwaar wordt.
Bij een goede diabetesregeling van de moeder is het geboortegewicht van het kind echter meestal normaal.
Slaagt u erin een goede diabetesregeling te bereiken, dan is het risico voor aangeboren afwijkingen van de baby niet groter dan bij zwangere vrouwen die geen diabetes hebben.
Vaker op controle tijdens uw zwangerschap
Wegens het grote belang van een nauwkeurige diabetescontrole en de wisselende insulinebehoefte in de loop van de zwangerschap is een zeer frequente controle bij een diabetoloog noodzakelijk. Zelf moet u minstens 4x/dag de bloedsuikerwaarden controleren en de insulinedosis aanpassen wanneer nodig. Daarnaast is het eveneens van belang regelmatig contact te hebben met een gynaecoloog.
Heeft uw kind meer kans op diabetes?
De kans op het krijgen van diabetes voor het 25e levensjaar voor een kind met een vader of moeder met diabetes is ongeveer 3 à 4 procent. Wanneer de moeder diabetes heeft, is het risico ongeveer 2 procent. Wanneer de vader diabetes heeft, is het risico iets hoger, ongeveer 6 procent. De kans is dus vrij gering. Hebben beide ouders diabetes, dan is de kans groter, ongeveer 25 procent. Men kan deze kansen tegenwoordig preciezer bepalen door een bloedafname. Hierbij worden erfelijke en immunologische factoren bepaald.