Glucosemonitoring via sensor

Een onderhuidse sensor stuurt de bloedsuikerconcentratie door naar de insulinepomp, smartphone of ontvanger afhankelijk van het type sensor.

Wat is glucosemonitoring met sensor?

Bij glucosemonitoring wordt een sensor onderhuids ingebracht. Deze sensor meet de glucose van het onderhuids weefsel. Deze glucosewaarde wordt met behulp van een zender die op de sensor geplaatst is doorgestuurd naar een toestel waar je de waarde kan aflezen (app op je smartphone/iPhone, een insulinepomp of een afzonderlijk toestel).

De sensor moet afhankelijk van het type tussen de 7-14 dagen vervangen worden.

Voordelen

Je kan je glucosewaarde bekijken zonder je hiervoor te moeten prikken. Naast de actuele waarde zal de sensor ook aangeven hoe je glycemie zal evolueren (stijgen/dalen). Door het dragen van een sensor krijg je als patiënt een beter zicht over jouw behandeling. Ook de behandelende arts zal over meer gegevens beschikken om de therapie beter te kunnen afstemmen. Een sensor kan je ook waarschuwingen geven bij hoge en/of lage waarden, hierdoor kan je sneller ingrijpen en bedreigende situaties voorkomen.

Bepaalde sensoren kunnen gekoppeld worden aan een insulinepomp en deze zelfs gaan aansturen. Men spreekt dan van een closed-loopsysteem. Bij lage waarden zal de insulinepomp dan minder insuline afgeven of zelfs de toediening tijdelijk onderbreken, bij hogere waarden zal de insuline-afgifte toenemen.

Beperkingen

Bij glucosemonitoring wordt de glucosewaarde in het onderhuids weefsel gemeten en niet rechtstreeks in het bloed, hierdoor kan de glucosewaarde verschillend zijn als je de twee systemen gaat vergelijken. Er is namelijk een vertragingstijd van 15 minuten. Heb je bijvoorbeeld pas gegeten en je gaat de sensorwaarde met de bloedglucose vergelijken zal het verschil tussen beide systemen groot zijn, omdat de glucose van de maaltijd eerst in het bloed terechtkomt en 15 minuten later in het onderhuids weefsel. Wens je de sensorwaarde te vergelijken met de bloedglucose, doe je dit best op een moment dat je nuchter bent en nog geen (snelwerkende) insuline hebt gespoten.

Een sensor kan – als hij niet goed geplaatst is – slecht werken en afwijkende waarden geven. Twijfel je over de correctheid van de sensorwaarde is het aangeraden om een vingerprik te doen en de bloedglucosewaarde te meten. (dit is de meest nauwkeurige waarde)

In dagelijkse leven

Een sensor - die correct bevestigd is op je lichaam - is waterdicht. Opgepast, langdurig contact met water zal de klever van de sensor verweken waardoor hij uiteindelijk kan loskomen.

Röntgenstralen en magnetische stralen zullen de sensor beschadigen. Ontkoppel hem dus steeds van je lichaam bij bepaalde onderzoeken die gebruik maken van deze stralen.

Terugbetaling

De kosten van een sensor voor diabetespatiënten wordt volledig/gedeeltelijk terugbetaald door de mutualiteiten. Uw behandelende arts kan u over de voorwaarden informeren tijdens de raadpleging.

Laatste aanpassing: 28 oktober 2024