Epilepsie

Door plotse abnormale ontlading van een groep zenuwcellen in de hersenen ontstaat er kortsluiting en krijgt u herhaalde epileptische aanvallen.

Afspraken

Kortsluiting in de hersenen

Het precieze effect van deze 'kortsluiting' hangt af van de zenuwcellen die erbij betrokken zijn. Voorbeelden:

  • Verstijven
  • Vreemde geuren ruiken
  • Ongecontroleerde bewegingen maken
  • Even afwezig zijn

Wanneer er geen aanval is, werken de hersenen meestal weer normaal en is er aan de persoon met epilepsie niets te merken.

Soorten epileptische aanvallen

Er zijn 2 groepen epileptische aanvallen, ingedeeld volgens de plaats waar de storing begint.

Focale aanvallen

Focale aanvallen beginnen in een bepaald hersengebied. Er zijn 3 soorten focale aanvallen:

1. Focale aanval met intacte gewaarwording

U blijft bewust en helder. U beseft dus goed dat u een aanval heeft en kunt ook beschrijven wat u voelt.

Deze aanvallen kunnen zich op verschillende manieren uiten, afhankelijk van het deel van de hersenen waar de aanval plaatsvindt.

  • Motorisch: plotse trekkingen of schokken
  • Sensorisch: plotse gewaarwording zoals iets voelen (tintelingen), zien (lichtflitsen, kleuren), horen, ruiken of smaken
  • Autonoom: bleek of rood worden, zweten, kippenvel krijgen, hartkloppingen, ...
  • Emotioneel: vreemd gevoel, angst, verstoord tijdsbesef, déjà vu, ...

2. Focale aanval met verminderde gewaarwording

Er is een daling of verlies van het bewustzijn of de gewaarwording. Een focale aanval met intacte gewaarwording kan overgaan naar een focale aanval met verminderde gewaarwording.

Ook focale aanvallen met verminderde gewaarwording kunnen zich op allerlei manieren uiten, afhankelijk van de betrokken zone van de hersenen:

  • geen reactie wanneer de patiënt wordt aangesproken
  • geen reactie op pijnprikkels
  • de patiënt herkent geen mensen
  • onbewust uitvoeren van automatische handelingen (bv. handen wrijven, wriemelen, rondlopen, ...)
  • een starende blik
  • vreemde bewegingen met het gezicht (grimassen, smakken, slikken, ...)
  • steeds hetzelfde herhalen
  • schreeuwen
  • fietsende bewegingen met beide benen
  • een arm verstijft
  • ...

3. Focaal naar bilateraal tonisch-clonische aanval

Deze aanvallen beginnen als een focale aanval met intacte of verminderde gewaarwording. De plaatselijke kortsluiting in de hersenen breidt zich echter uit naar de gehele hersenen.

Tijdens een focaal naar bilateraal tonisch-clonische aanval bent u bewusteloos en maakt u schokkende bewegingen. Dit wordt ook wel een ‘grand mal’ of grote aanval genoemd. Het is dit soort aanval wat de mensen vaak vereenzelvigen met epilepsie.

Gegeneraliseerde aanvallen

Gegeneraliseerde aanvallen beginnen verspreid over beide hersenhelften.

Soorten gegeneraliseerde aanvallen:

  • Absence: u bent 'even weg', er is een bewustzijnsdaling die plots begint en eindigt.
  • Myoclonische aanval: korte aanval waarbij spieren plots samentrekken.
  • Tonico-clonische aanval: u verliest bewustzijn, verstijft, maakt schokkende bewegingen, lucht wordt uit longen geperst, kaakspieren zijn gespannen, schuimende mond.
  • Clonische aanval: schokken van spieren, meestal in armen en benen
  • Tonische aanval: u verliest het bewustzijn en spieren verstijven.
  • Atone aanval: u verliest het bewustzijn en spieren verslappen plots.

Refractaire epilepsie: als medicatie niet werkt

Epilepsie wordt behandeld met anti-epileptische medicatie. Ongeveer 30% van de mensen met epilepsie wordt niet aanvalsvrij, ondanks inname van anti-epileptica.

We spreken dan van refractaire epilepsie.

Behandeling

U vindt hier een aantal mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en de andere artsen van het team, de beste oplossing voor u. Uw behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).

Onderzoeken en diagnose

Bij (vermoeden van) deze aandoening voeren we een of meerdere onderzoeken uit.

Brochures

Laatste aanpassing: 23 juli 2024