Afspraken
-
Voor forensische onderzoeken is een aanvraag door een magistraat vereist.
-
+32 16 33 65 55 - werkdagen van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur
Voorwaarden
Een bepaling van de geografische oorsprong gebeurt enkel in opdracht van een magistraat.
Situaties
Dit type onderzoek is vooral nuttig in volgende situaties:
- Klassiek DNA-profiel vertoont geen match met de DNA-databank of (eventuele) referentiestalen.
- Donor van het spoor werd niet geïdentificeerd, bijvoorbeeld bij een onherkenbaar of onbekend lichaam (skeletresten, verkoold lichaam, ...).
- Bepalen of de donor van een biologisch spoor een Europese of niet-Europese origine heeft.
Principe
Dit onderzoek combineert twee technieken om de biogeagrafische oorsprong van een individu te bepalen.
Autosomale DNA-merkers
Autosomale DNA-merkers (Single Nucleotide Polymorphisms of SNPs) komen met een verschillende frequentie voor bij specifieke continentale groepen.
Analyse van 34 van deze DNA-merkers laat toe om te bepalen of iemand behoort tot een van volgende populaties:
- Sub-Sahara-Afrikaans
- Europees
- Oost-Aziatisch
Paternale en maternale merkers
Merkens op het Y-chromosoom of het mitochondriale DNA geven meer informatie over de biogeografische oorsprong van de paternale of maternale lijn van de persoon.
Via onderzoek van het Y-chromosoom kunnen we de herkomst van een individu verengen tot een welbepaalde geografische regio.
Verloop
Het onderzoek omvat de volgende stappen:
- Biogeografische analyse op DNA-stalen die gebruikt werden voor het opstellen van een klassiek DNA-profiel.
- Interpretatie van de verkregen profielen.
Resultaat
De resultaten van dit onderzoek maken deel uit van het schriftelijk deskundigenverslag.