mRNA profilering

Voorwaarden

Een bepaling van de biologische herkomst van een spoor gebeurt enkel in opdracht van een magistraat.

Aard van celmateriaal bepalen

Via mRNA profilering kunnen klassieke lichaamsvloeistoffen (bloed, sperma en speeksel) worden geïdentificeerd.

Bijkomend kunnen we via mRNA profilering ook menstrueel bloed, vaginale secreties en huidcellen onderscheiden.

In biologische mengsporen kunnen we ook de verschillende celtypes (bv. bloed en huidcellen) identificeren die de donors van het spoor hebben achtergelaten.

Situaties

Een mRNA profilering gebruikt men onder andere bij:

• Verkrachtingsdossiers waarbij de bloedsporen in de slip van een slachtoffer van menstruele oorsprong kunnen zijn veroorzaakt door gewelddadige seksuele betrekkingen.
• Vaginale penetratie met voorwerpen (bv. fles) aan de hand van vaginale secreties op het voorwerp.
• Aantonen van de aanwezigheid van huidcontactcellen op een gebruiksvoorwerp.

Principe

mRNA of ‘boodschapper RNA’ zorgt voor de vertaling van de DNA-code van het gen naar het functionele eiwit in de cel.

Sommige mRNA’s komen meer voor in bepaalde celtypes (bv. bloed) dan in andere cellen. Van deze eigenschap kan men in het forensisch sporenonderzoek gebruikmaken om het celtype te identificeren.

Resultaat

De resultaten van dit onderzoek maken deel uit van het deskundigenverslag voor de bepaling van de aard van het celmateriaal in biologische sporen door middel van een mRNA onderzoek.