Nucleaire DNA-analyse

Autosomaal DNA-profiel
Bepaling van een autosomaal DNA-profiel voor humane biologische sporen op de overtuigingsstukken of voor referentiestalen.

Afspraken

Forensische geneeskunde
  • Voor forensische onderzoeken is een aanvraag door een magistraat vereist.

  • +32 16 33 65 55 - werkdagen van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur

Voorwaarden

Een bepaling van een autosomaal DNA-profiel gebeurt enkel in opdracht van een magistraat.

Situaties

Voor elk individu kan een genetisch profiel of autosomaal DNA-profiel (kortweg DNA-profiel) worden opgesteld dat samengesteld is uit DNA van de moeder en de vader en dat uniek is voor deze persoon, met uitzondering van eeneiige tweelingen.

Gezien de kern of nucleus van elke cel van een individu hetzelfde DNA heeft, kan men via een DNA-analyse bepalen of een welbepaald persoon de donor is van een biologisch spoor, ongeacht het celtype (bloed, speeksel, sperma, huidcellen, …).

Verloop

Het onderzoek omvat de volgende stappen:

  1. Onderzoek naar biologische sporen op overtuigingsstukken.
  2. DNA-isolatie uit de afgenomen biologische sporen of referentiestalen van verdachten, slachtoffers, derden of overledenen.
  3. Opstellen van een DNA-profiel.
  4. Interpretatie van de verworven DNA-profielen inclusief vergelijking.
  5. Bepaling van de frequentie van voorkomen.

Bewaring

Als het DNA-profiel van een (voorlopig) onbekend persoon blijkt te zijn, kan het DNA-profiel van dit biologisch spoor worden opgeslagen in de nationale DNA-databank “criminalistiek” van het NICC volgens de gangbare wetgeving.

Dat profiel wordt dan ook vergeleken met de al opgeslagen sporenprofielen en met de profielen in de DNA-databank “veroordeelden”.

Dat kan een ‘match’ opleveren waardoor we de donor van het spoor kunnen identificeren. Een DNA-databank voor “verdachten” wordt momenteel niet toegelaten in de Belgische wetgeving.

Resultaat

De resultaten van dit onderzoek maken deel uit van het schriftelijk deskundigenverslag.

Laatste aanpassing: 13 oktober 2020