Guillain-Barré syndroom (GBS)

Acute inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie (AIDP)
Immuun-gemedieerde ziekte van de perifere zenuw, waarbij initieel vooral het myeline omhulsel van zenuwvezels getroffen wordt. Het is de meest frequente oorzaak van subacuut optredende verlammingsverschijnselen.

Verlamming

Guillain-Barré is de meest frequente oorzaak van subacuut optredende verlammingsverschijnselen.

De ziekte begint vaak met milde gevoelsklachten zoals tintelingen in de handen of voeten en rugpijn, en wordt gevolgd door progressieve verlammingsverschijnselen.

  • Begint vaak in onderste ledematen.
  • Stijgt op naar bovenste ledematen.
  • Ook spieren van het gelaat, keel en tong kunnen worden aangetast.

Bij 20 à 30% van de patiënten is er zwakte van ademhalingsspieren. Hiervoor zijn intubatie en kunstmatige beademing nodig.

Verloop

Na een periode van progressieve verslechtering treedt er een stabilisatie op, gevolgd door een recuperatie van het krachtsverlies.

De ernst van de aantasting van de zenuwvezels bepaalt de snelheid en graad van het herstel.

Symptomen

De weken voor het ontstaan van de neurologische symptomen is er vaak een infectieuze episode die de ziekte triggert.

De meest voorkomende symptomen van Guillain-Barré zijn:

  • Subacuut optredend krachtsverlies in de onderste en bovenste ledematen, met zwakte van zowel distale als proximale spiergroepen
  • Gevoelsveranderingen in de handen en voeten:
    • Voosheid
    • Tintelingen
    • Soms neuropathische pijn
  • Dysartrie (spraakstoornis)
  • Slikstoornissen
  • Zwakte van ademhalingsspieren met kortademigheid
  • Geen spierreflexen meer (areflexie)

Indien het autonoom zenuwstelsel betrokken is, kunnen schommelingen in bloeddruk, pols, hartritmestoornissen, urine-retentie, ileus,… voorkomen.

Risicofactoren

  • GBS treft jaarlijks ongeveer 1 op 100.000 mensen.
  • Bij 2 op 3 patiënten was er in de 1 tot 4 weken voor de aanvang van de ziekte een infectieuze episode (verkoudheid, bovenste luchtweginfactie, diarree, ...).
    De meest frequent uitlokkende infecties zijn:
    • Campylobacter jejuni
    • Cytomegalovirus (CMV)
    • Epstein-Barr virus

Antistoffen die gevormd worden tegen deze kiemen kunnen kruisreageren met componenten van de perifere zenuw en zo ontsteking en zenuwschade uitlokken.

Behandeling

U vindt hier een aantal mogelijke behandelingen voor deze aandoening. Na de diagnose kiest uw arts, samen met u en de andere artsen van het team, de beste oplossing voor u. Uw behandeling kan dus afwijken van de hieronder voorgestelde therapie(ën).

  • Intraveneuze immuunglobulines (IVIG)
  • Plasmaferese
  • Monitoren van vitale functies (ademhaling, bloeddruk, pols)
  • Intubatie en kunstmatige ventilatie bij respiratoire insufficiëntie
  • Kinesitherapie
  • Multidisciplinaire zorg

Onderzoeken en diagnose

Bij (vermoeden van) deze aandoening voeren we een of meerdere onderzoeken uit.

  • Zenuwgeleidingsonderzoek en naald-EMG
  • Bloedafname om andere oorzaken neuropathie, uitlokkende infecties en antiganglioside antistoffen op te sporen
  • Lumbale punctie
Laatste aanpassing: 3 juni 2024