Veranderingen aan de baarmoeder na een bevalling

Na de bevalling zorgen spontane samentrekkingen van uw baarmoeder ervoor dat deze terugkeert naar haar toestand vóór de zwangerschap. Hierdoor wordt ook de wonde die de moederkoek in de baarmoederwand heeft achtergelaten dichtgedrukt, zodat u niet te veel bloed verliest.

Controle

Het is belangrijk dat de baarmoeder na de bevalling goed samentrekt en hard aanvoelt (veiligheidsbol). De vroedvrouw zal dit regelmatig controleren.

Naweeën

U kunt ook naweeën hebben. Naweeën voelen aan als een knagende, soms krampachtige pijn in uw onderbuik of -rug, een beetje te vergelijken met menstruatiepijn.

Naweeën komen minder voor na een eerste bevalling, maar vaker naarmate het om een volgende bevalling gaat.

Kort na de bevalling kunnen er al naweeën optreden tot drie à vier dagen na de bevalling.

Borstvoeding en naweeën

Borstvoeding geven stimuleert de naweeën. Het hormoon dat nodig is voor het vrijkomen van moedermelk, doet immers ook uw baarmoeder samentrekken.

Pijn

Als de pijn te hevig is, zeg dit aan de vroedvrouw. Indien nodig krijgt u een pijnstiller.

Zestal weken

Het duurt ongeveer zes weken voor de baarmoeder weer op haar oorspronkelijke plaats achter het schaambeen zit.

Soms daalt de baarmoeder te langzaam in. U kunt dan uw baarmoeder stimuleren door ze regelmatig met de vlakke hand te masseren. Soms is het nodig dat de arts medicatie voorschrijft die uw baarmoeder doet samentrekken.

Laatste aanpassing: 24 januari 2020