Plasmaferese

Techniek waarbij het plasma gescheiden wordt van de bloedcellen en vervolgens verwijderd wordt, om een ziekmakende stof uit het bloed te halen.

Wat is plasma? 

Plasma is het vloeibare bestanddeel in ons bloed dat zorgt voor de circulatie van de bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Plasma vervoert ook antilichamen, vitaminen, hormonen en mineralen door heel het lichaam. 

Plasma bestaat voornamelijk uit water, eiwit en zout en heeft doorgaans een gele kleur. 

Wat is een plasmaferese? 

Plasmaferese is een techniek om een ziekmakende stof uit het bloed te halen. 

Tijdens de procedure worden het plasma en de bloedcellen gescheiden, waarna alleen het plasma verwijderd wordt. De bloedcellen worden onmiddellijk teruggegeven samen met een vervangvloeistof. Het eigen plasma van de patiënt wordt dus (gedeeltelijk) vervangen door donorplasma of een vervangende oplossing. 

Meestal wordt er als vervangvloeistof een oplossing van menselijke eiwitten gebruikt. Bij sommige aandoeningen moet er vers (diepgevroren) plasma gebruikt worden van een donor. 

Wanneer is een plasmaferese nodig? 

Plasmaferese kan ingezet worden bij de behandeling van verschillende ziekten en aandoeningen. 

Bij sommige ziekten circuleren er schadelijke stoffen in het plasma, die zich tegen de zenuwen richten. Daardoor kunnen uw spieren minder goed gaan werken. 

Bij andere aandoeningen is er een te hoge productie van bepaalde eiwitten. Die grote hoeveelheid aan eiwitten maakt het bloed meer stroperig dan normaal. Als gevolg daarvan kunt u klachten ervaren zoals hoofdpijn, wazig zicht of duizeligheid. 

Door het eigen plasma (met daarin alle opgeloste stoffen) te verwijderen, kunnen de concentraties van die stoffen zodanig dalen dat dit een positieve invloed heeft op het verloop van de ziekte

Een plasmaferese kan de oorzaak van een ziekte niet wegnemen en is dus meestal niet de enige behandeling voor een patiënt. 

Hoe verloopt een plasmaferese? 

De procedure gebeurt met een celseparator, waarin een centrifuge de verschillende bloedcomponenten scheidt. 

  1. In de plooi van één arm wordt een ader aangeprikt. Op die plaats krijgt u een infuusnaald voor de bloedafname. Tijdens de procedure mag u deze arm niet meer plooien. 
  2. In uw andere arm krijgt u een infuusnaald voor de bloedteruggave. Die arm mag u meestal wel bewegen. 
  3. Tijdens de bloedafname zorgt een antistollingsmiddel ervoor dat uw bloed in de leidingen niet gaat klonteren of stollen. Het bloed en het antistollingsmiddel komen in de centrifuge terecht.
  4. In de centrifuge wordt het plasma gescheiden van de andere bloedcellen en naar een collectiezak gestuurd. De andere bloedcellen krijgt u samen met de vervangvloeistof terug via het teruggave-infuus. 

Op deze manier wordt ongeveer één keer het totale plasmavolume vervangen. 

Als uw aders te fijn zijn er niet voldoende bloed kan stromen via het infuus, zal de anesthesist een centraal veneuze katheter plaatsen die tijdens de hele behandeling ter plaatse blijft. Dat gebeurt onder lokale verdoving in het operatiekwartier. 

Tip

Draag bij voorkeur comfortabele en gemakkelijke kledij met korte mouwen. 

Wat kunt u gewaarworden tijdens een plasmaferese? 

  • Tijdens de procedure bevindt een kleine hoeveelheid bloed zich in de leidingen van de celseparator. Sommige mensen voelen zich daardoor een beetje duizelig of hebben een ijl hoofd. Verwittig meteen een verpleegkundige als u zich onwel voelt. 
  • Een kleine hoeveelheid van het antistollingsmiddel komt in uw bloedbaan terecht, wat tintelingen rond de mond of kleine speldenprikjes in de handen of voeten kan veroorzaken. Verwittig meteen een verpleegkundige als u een van die symptomen herkent. 
  • U kunt het koud krijgen, omdat het bloed in de machine wat afkoelt. Vraag gerust een dekentje aan de verpleegkundige. 
  • Als er donorplasma gebruikt wordt als vervangvloeistof, kunt u hier allergisch op reageren (bv. jeuk, roodheid, kortademigheid, zweten ...).

Veelgestelde vragen

U hoeft niet nuchter te zijn. Integendeel: het is beter om iets te eten voor de plasmaferese. We raden ook aan om voldoende te drinken in de dagen voor de plasmaferese. 

Tijdens de plasmaferese mag u ook iets eten en drinken. Daarvoor gebruikt u de arm die u nog mag plooien. 

Ga voor de procedure het best nog even haar het toilet.  

De procedure duurt 2 à 2,5 uur. 

U neemt het best géén medicatie meer in vanaf 2 uur voor de start van de procedure. 

Overleg steeds vooraf met uw behandelende arts welke medicatie kan of moet uitgesteld worden. Sommige geneesmiddelen worden teniet gedaan door de plasmaferese of hebben een negatieve invloed op het vlot verloop van de plasmaferese (bv. bloedverdunners, bloeddrukverlagende medicatie ...). 

Behalve het prikken van de infuusnaalden is de procedure pijnloos. De arm die voor de bloedafname gebruikt wordt, blijft wel afgespannen en mag u niet plooien tijdens de procedure. Dat kan ongemakkelijk zijn voor u. 

Doorgaans ondervinden mensen geen bijwerkingen tijdens of na de procedure. Mogelijk bent u wel iets vermoeider na de plasmaferese. Daarom raden we aan om - zeker de eerste keer - niet zelf met de auto naar huis te rijden en een begeleider te voorzien. 

U hebt een persoonlijk televisiescherm in het dagziekenhuis dat u mag gebruiken. Verder mag u gerust uw eigen laptop, smartphone of tablet gebruiken (gratis wifi in het ziekenhuis) of kunt u een boek of magazine lezen, muziek luisteren ... 

Als u iets wilt kijken of beluisteren, breng dan uw eigen hoofdtelefoon of oortjes mee. Let op: verbinden met bluetooth kan niet, u kunt enkel een hoofdtelefoon of oortjes met een kabel aansluiten (jack-stekker).

U mag gerust iemand meebrengen om u gezelschap te houden tijdens de plasmaferese. Er is ook altijd een verpleegkundige aanwezig in het afereselokaal.  

Het aantal en de frequentie van de plasmafereses is afhankelijk van uw ziekte en uw eventuele klachten. Uw behandelende arts zal dit verder met u bespreken. 

Laatste aanpassing: 14 april 2025