Sommige geneesmiddelen kunnen de werking van de therapie beïnvloeden.
Het is daarom belangrijk dat u aan uw arts vertelt welke geneesmiddelen, vitaminen, voedingssupplementen, homeopathische middelen, plantenextracten enzovoort u gebruikt. Het is nuttig deze geneesmiddelen mee te brengen en te tonen aan de arts, liefst in hun originele verpakking en zo mogelijk met de bijsluiter. Ook een vaccinatie, bijvoorbeeld het griepvaccin, moet u steeds met uw behandelende arts bespreken.
Geneesmiddelen die het immuunsysteem onderdrukken, zoals cortisone (bijvoorbeeld Medrol®), zijn afgeraden en mogen tijdens uw behandeling enkel voorgeschreven worden in overleg met uw behandelend arts.
De aanpak van nevenwerkingen van immunotherapie is complex en gebeurt daarom het best uitsluitend door uw behandelingsteam in het ziekenhuis of in overleg tussen uw huisarts en uw behandelende arts.