Behoud levenskwaliteit
Patiënten met een kwaadaardige tumor uitgaande van spier- of vetcellen (wekedelensarcoom) hebben maar een beperkte levensverwachting, vaak zelfs minder dan één jaar. Uit grootschalig internationaal onderzoek onder leiding van prof. dr. Patrick Schöffski, diensthoofd algemene medische oncologie van UZ Leuven, blijkt dat patiënten die het geneesmiddel eribulin toegediend kregen, gemiddeld twee maanden langer in leven bleven dan de controlegroep die een behandeling met een oud product, decarbazine, kregen. Bij sommige subgroepen was de levensverwachting van de patiënten zelfs 15,5 maanden langer.
Professor Schöffski stelde begin juni de resultaten in Chicago voor tijdens het congres van ASCO (American Society of Clinical Oncology). Bij de studie waren 452 patiënten ouder dan 18 jaar betrokken. Allen hadden een gevorderd of uitgezaaid sarcoom en waren na eerdere chemotherapie hervallen. Het is de eerste fase 3-klinische studie bij uitgezaaide wekedelensarcomen die een statistisch significant en klinisch relevant algemeen overlevingsvoordeel kon bereiken.
Professor Schöffski: “We stelden ook vast dat het middel goed werd verdragen en dat de betere prognose dus gepaard ging met behoud van de levenskwaliteit. Opvallend was nog dat ook het controlemiddel, decarbazine, actief was, zij het in mindere mate dan eribulin, en dat dus globaal gezien de overleving van alle patiënten uit de studie verbeterd was.”
Eribulin wordt goed verdragen: de betere levensverwachting gaat gepaard met behoud van de levenskwaliteitprof. dr. Patrick Schöffski
Onderzoek van lange adem
Het onderzoek van professor Schöffski is tien jaar geleden gestart na eerdere in-vitro-experimenten met eribulin. Toen zette hij in samenwerking met een internationaal academisch team een beperkte studie op met 127 patiënten verspreid over 5 Europese landen, die in 2011 in Lancet Oncology werd gepubliceerd. Professor Schöffski: “Toen betrof het een studie bij uiteenlopende types wekedelensarcomen. De hoopvolle resultaten waren een stimulans om contact te zoeken met het Japanse farmaceutische bedrijf Eisai met het oog op dit grootschalige onderzoek. Daarmee wilden we de werkzaamheid van eribulin nauwkeuriger in kaart brengen bij twee specifieke sarcomen, namelijk liposarcomen (kanker van de vetcellen) en leiomyosarcomen (kanker van de gladde spiercellen).”
Professor Schöffski en zijn team werken ook nog aan de identificatie van de biomerkers die kunnen voorspellen of iemand positief reageert op een behandeling met eribulin.
Registratie van het geneesmiddel
Op basis van de resultaten van de grote fase 3-studie, die professor Schöffski in 2016 in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift The Lancet publiceerde, is erubilin sinds 28 januari 2016 door de Food and Drug Administration (VS) goedgekeurd voor de behandeling van liposarcomen. Sinds 29 februari is het product ook in Japan op de markt voor wekedelensarcomen.
Voor zijn voorbereidend onderzoek ontving professor Schöffski op 7 november 2014 de Oswald Vander Veken Award van het FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek).
Zeespons
Eribulin is de synthetische variant van een natuurlijk element dat we ook in de zeespons Halicondria okadai aantreffen. Het wordt nu al gebruikt bij uitgezaaide borstkankers als andere vormen van chemotherapie geen resultaten hebben.
Behandeling beperkt
Sarcoom is een overkoepelende term voor kwaadaardige tumoren van het bot en van de weke delen (onder meer vet- en spiercellen, bloedvaten, zenuwweefsel, bloedvaten en bindweefsel). Sarcomen komen in alle leeftijdscategorieën voor en maken maar één procent van alle kankers uit. De levensverwachting hangt sterk af van de locatie, het type van de tumor en het stadium van de ziekte. Bij gevorderde en uitgezaaide sarcomen en ook bij herval na chemotherapie zijn de behandelmogelijkheden beperkt en is de levensverwachting van de patiënten erg kort.