Korte geschiedenis
De kinderhartchirurgie begon op 26 augustus 1938 met het sluiten van een bloedvat tussen de lichaamsslagader en longslagader. Hierna werd geleidelijk begonnen met operaties aan het hart zelf.
Met de uitvinding van de hart-longmachine is de hartchirurgie pas goed op gang gekomen en heeft inmiddels een hoge vlucht genomen. Aanvankelijk was er een ondergrens aan het gewicht van een kind dat met behulp van de hart-longmachine kon worden geopereerd. Tot het moment dat het kind het juiste gewicht had bereikt, moest tijd worden gerekt door middel van behandeling met medicijnen en tijdelijke ingrepen. De techniek, zowel de chirurgische techniek, als de kennis van anesthesie (narcose) en perfusie (de doorbloeding van de weefsels) wordt steeds beter. Kinderen kunnen hierdoor steeds vroeger worden geopereerd en vaker in één keer, zonder voorafgaande tijdelijke ingrepen. Tijdelijke ingrepen worden nu alleen toegepast bij zeer complexe hartafwijkingen of bij te vroeg geboren kinderen.
Hartafwijkingen
Ongeveer één procent van alle pasgeborenen heeft een aangeboren hartafwijking. Bij een kwart van hen is dit een geringe afwijking waarvoor geen operatie nodig is. Per jaar worden echter een duizendtal kinderen geboren met een zodanige hartafwijking dat een operatie nodig is. Bij een paar honderd kinderen is die operatie nodig vóór de leeftijd van één jaar en bij de helft daarvan in de eerste drie levensmaanden.
Hoe ontstaan hartafwijkingen?
Aangeboren hartafwijkingen
Bij een aangeboren hartafwijking is er tijdens de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder iets fout gegaan. Er zijn verschillende soorten aangeboren hartafwijkingen. In de meeste gevallen is de oorzaak niet te vinden. Iedere vrouw die in verwachting is, heeft een kans van iets minder dan één procent om een kind met een aangeboren hartafwijking te krijgen.
Sommige aangeboren hartafwijkingen hebben een aantoonbare erfelijke oorzaak. Bij een aantal kinderen is er een stukje van een chromosoom kapot gegaan. Een chromosoom is de drager van ons erfelijk materiaal. Wanneer er een stukje van een chromosoom kapot gaat, al is dat nog zo microscopisch klein, dan is dat direct merkbaar bij de vorming van organen als bijvoorbeeld hart, longen of nieren. Kinderen met een aangeboren afwijking hebben dan ook vaak meerdere erfelijke afwijkingen tegelijk. We spreken dan van een 'syndroom'.
Daarnaast zijn er aangeboren hartafwijkingen die niet erfelijk zijn, maar veroorzaakt worden door omgevingsinvloeden. Wanneer de moeder vroeg in de zwangerschap 'rode hond' krijgt, ontstaan er allerlei afwijkingen bij de ongeboren baby, waaronder soms hartafwijkingen. Ook wanneer de moeder blootgesteld wordt aan bepaalde giftige stoffen of aan hoge doses radioactieve straling, kunnen hartafwijkingen ontstaan.
Verworven hartafwijkingen
Naast de kinderen met aangeboren hartafwijkingen is er een groep kinderen met een verworven hartafwijking. Deze hartafwijkingen ontstaan bijvoorbeeld door een virusinfectie van het hart (myocarditis) of door een andere aandoening van de hartspier (cardiomyopathie). Acute reuma kan afwijkingen aan de hartkleppen veroorzaken. Een aantal kinderen met een verworven hartafwijking moet ook worden geopereerd. Ten opzichte van de groep met de aangeboren hartafwijkingen is dit een kleine groep.
Genetisch onderzoek
Bij alle kinderen jonger dan drie maanden waarbij een hartafwijking moet worden geopereerd, wordt altijd genetisch onderzoek gedaan. Daarnaast wordt een echo van de hersenen en van de buik gemaakt, omdat soms de hartafwijking niet alleen voorkomt.