Bij amputatie, dwarslaesie of polytrauma
De confrontatie met ernstige lichamelijke beperkingen door een ziekte of ongeval, is een ingrijpende levensgebeurtenis. Niet alleen voor uzelf, maar ook voor de mensen uit uw omgeving. U zal veranderingen ondervinden op verschillende vlakken: de manier waarop u functioneert en hoe u daarmee emotioneel omgaat, uw relaties, seksualiteit, uw sociale leven en uw werk-woonsituatie.
Dat alles zorgt ervoor dat u voor de moeilijke opdracht staat om uw leven aan te passen aan de beperkingen, met als doel een zo groot mogelijke zelfstandigheid en een optimale levenskwaliteit te behouden.
Het psychologisch verwerkingsproces is te vergelijken met een rouwproces waarin allerlei emoties naar boven komen. De psycholoog ondersteunt en begeleidt u en uw directe omgeving hierin.
Deze begeleiding is een vast onderdeel van het multidisciplinaire behandelingsaanbod.
Wanneer een hersenletsel is vastgesteld, wordt een neuropsychologisch testonderzoek afgenomen om een beter zicht te krijgen op het cognitief functioneren. In dat geval kan een cognitief revalidatieprogramma worden aangeboden.
Meestal verloopt het verwerkingsproces spontaan. Soms kan het echter vastlopen waardoor er lichamelijke en psychische klachten kunnen ontstaan, zoals lichamelijk onverklaarbare pijnklachten, depressie of angst. Zo nodig zal de psychiater u mee begeleiden.
Bij niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
Het oplopen van een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is een erg ingrijpende gebeurtenis, zowel voor de persoon zelf als zijn naaste omgeving. Heel wat moeilijkheden, zowel zichtbare als minder zichtbare, kunnen voorkomen. Aan de hand van gesprekken en een neuropsychologisch onderzoek kan men een beter inzicht krijgen in de eventuele ‘minder zichtbare’ gevolgen van een NAH zoals cognitieve stoornissen, vermoeidheid, emotionele en/of gedragsmatige veranderingen. De neuropsycholoog zal vervolgens informatie en adviezen kunnen geven aangaande de cognitieve mogelijkheden en problemen, de emotionele gevolgen en de eventuele gedragsveranderingen.
Cognitieve stoornissen na een NAH zijn meestal moeilijker op te merken. Aan de hand van een specifiek onderzoek, dat bestaat uit een aantal uitgezochte en betrouwbare tests, worden verschillende cognitieve functies (bijvoorbeeld aandacht, geheugen, ruimtelijk inzicht, planningsvermogen of probleemoplossend denkvermogen) geëvalueerd. Tijdens het onderzoek wordt bijvoorbeeld gevraagd zoveel mogelijk gegevens te onthouden of meervoudige opdrachten uit te voeren.
Op grond van de resultaten van dit onderzoek zal worden aangegeven waar voldoende mogelijkheden en waar beperkingen zijn. Een individueel behandelingsprogramma, specifiek gericht op de aard en de ernst van de weerhouden problemen bij de revalidant, wordt uitgevoerd door de leden van het multidisciplinair team. Een patiënt met geheugenproblemen zal bijvoorbeeld een agenda leren gebruiken om beter afspraken te onthouden.
Ook op emotioneel vlak kunnen mensen moeilijkheden of veranderingen opmerken. Het oplopen van een NAH vergt een belangrijk aanpassingsproces en gaandeweg het revalidatietraject groeit vaak het besef dat er restbeperkingen zullen overblijven. De revalidant doorloopt een verwerkingsproces, waarbij in het begin verdriet erg intens aanwezig kan zijn. De neuropsycholoog biedt begeleiding en ondersteuning aan gedurende het revalidatietraject. Soms lijkt het alsof men vastloopt of in de put geraakt, waardoor depressie of angst op de voorgrond komen te staan. Ook kan er na een NAH sprake zijn van een verminderde of een verhoogde emotionaliteit door het hersenletsel.
De neuropsycholoog zal met de revalidatieartsen overleggen of psychiatrisch advies aangewezen is en of de behandeling met specifieke medicatie kan worden ondersteund. Als dit het geval is, zal u ook door de psychiater worden gevolgd.
Ook voor de direct(e) betrokkenen is de revalidatie vaak een zware periode. Zij maken eveneens een verwerkingsproces door. Vaak vinden zij voldoende steun bij familie en/of vrienden of gaan ze te rade bij hun huisarts, maar indien gewenst kunnen ook zij bij de neuropsycholoog terecht voor ondersteuning. Indien intensievere begeleiding aangewezen is, kan de neuropsycholoog meezoeken naar een doorverwijzing naar externe psycholoog of psychiater.
Gedragsveranderingen die na een NAH kunnen optreden, zijn uiteenlopend van aard. Het betreft vaak een verhoogde gevoeligheid voor drukte, lawaai en fel licht, waardoor het gekwetste brein overprikkeld geraakt. Een andere gedragsverandering is bijvoorbeeld interesse- of initiatiefverlies. Daartegenover kan ook (ongeremdheid) ontremd gedrag ontstaan. U reageert dan wat impulsief en ondoordacht. Deze personen hebben, omwille van hun NAH, nood aan afspraken en structuur, om zo de situatie draaglijk te houden voor zichzelf en hun omgeving.