Afspraken
-
+32 16 34 66 70 - werkdagen van 8 tot 16.15 uur
Verloop
Een borstamputatie gebeurt in het operatiekwartier. De aangetaste borst wordt volledig weggenomen.
Na de operatie wordt eventueel een wonddrain (buisje) aangebracht om eerst het bloed en vervolgens het wondvocht af te voeren.
- De wonddrain wordt met een hechting vastgemaakt op de plaats waar hij het lichaam binnengaat.
- Op die plaats is er dan een wonde die normaal droog is, geen korst heeft, en niet rood ziet.
Na de ingreep verblijft u ongeveer 3-4 nachten op de verpleegafdeling. De drain wordt normaal verwijderd voordat u naar huis gaat. Enkel in bepaalde gevallen gaat de patiënt met de drain naar huis en moet er hiervoor wondzorg gebeuren.
Litteken en borstprothese
Bij een klassieke borstamputatie wordt de volledige borstklier, de overliggende huid en de tepel weggenomen. Omdat de borstklier tot in de oksel uitloopt, krijgt u een vlakke borstkaswand met een bij voorkeur horizontaal lopend litteken van de middellijn tot de oksel.
Na de ingreep
Na de ingreep wordt een uitwendige borstprothese in de bh gedragen of is er eventueel de mogelijkheid tot reconstructie.
Uitzaaiingen naar lymfeklieren
Als er vóór de ingreep geen aangetaste klieren aangetoond worden, kan men u een schildwachtklieronderzoek voorstellen.
De schildwachtklieren zijn de eerste drainerende lymfeklieren van de borst, gelegen in de oksel. Dat wil zeggen dat tumorcellen eerst hier moeten passeren voordat ze zich kunnen verspreiden naar de rest van de okselklieren of het lichaam.
Wanneer deze schildwachtklieren geen tumorcellen bevatten, is het voldoende om aan te nemen dat de andere okselklieren ook niet aangetast zijn.
Verzorging van borstwonde en okselwonde
Na de chirurgische verwijdering van een borstgezwel, kan de patiënt een aantal wonden hebben. Ter hoogte van de borst, ter hoogte van de oksel en indien een drain wordt geplaatst, ook aan het insteekpunt van de wonddrain.
De patiënt moet ook dagelijks de borst- en okselwonde inspecteren. Na de operatie worden die wonden bedekt met een spray zodat er een soort van film over de wonde wordt gelegd. Deze wonden moeten enkel verzorgd worden als de wonde vochtig is, als er een wondinfectie is, of als de wonde in een huidplooi ligt. Deze verzorging gebeurt best door de thuisverpleegkundige.
De verzorging is afhankelijk van het wondprobleem:
- Als de hechtingswonde in een huidplooi ligt, dicht is, en niet geïnfecteerd is, moet ze gereinigd worden met NatriumChloride 0,9%.
- Als ze open staat, een korst heeft, of geïnfecteerd is, moet ze gereinigd worden met het reinigings- of ontsmettingsproduct dat de arts heeft voorgeschreven.
Wie contacteren bij problemen?
- Uw thuisverpleegkundige of huisarts
- Consultatie wondzorg – op weekdagen van 9 tot 16.15 uur
- Hospitalisatie 10 – buiten de kantooruren
- Trajectbegeleiding
Brochures
Contact trajectbegeleiding MBC
-
Probeer eerst contact op te nemen met uw eigen trajectbegeleider.
-
Is uw trajectbegeleider niet beschikbaar, dan kunt u met vragen en twijfels altijd terecht bij de trajectbegeleider van wacht.
-
Telefonisch op werkdagen van 9 tot 16 uur.
- Sociaal werker: 016 34 29 18
- Verpleegkundige: 016 34 29 29