De Tocht
Ik zit op een muurtje aan de oever van de Demer. Ik ben op pelgrimstocht met een aantal jongeren en volwassenen. Het is een jaarlijks terugkerende activiteit. Eventjes halt houden doet deugd. De zon breekt met moeite door de wolken, maar ze zorgt toch voor wat aangename warmte. Verschillende groepjes pelgrims stappen ons voorbij. Ze komen soms van heel ver.
Op een gegeven moment passeert er een jonge vrouw, alleen. Ze stapt niet meer, maar schuifelt. Ze heeft een gekwelde gelaatsuitdrukking en ik kan niet anders dan mij afvragen of die kwelling een gevolg is van haar pijnlijke voeten of dat er een ander verhaal op de achtergrond meespeelt. “Zij haalt het niet”, hoor ik iemand zeggen. We weten allemaal dat ze nog minstens vier kilometer voor de boeg heeft. De manier waarop ze verderstrompelt, belooft niet veel goeds.
Het beeld van die vrouw blijft op mijn netvlies branden. Wat drijft een mens om fysiek tot het uiterste te gaan om een bepaald doel, in dit geval een bedevaartplaats, te bereiken? Is het een vorm van zingeving of spiritualiteit? Wat zoekt hij of zij? En als men eenmaal aangekomen is, is er dan een antwoord op een bepaalde vraag?
Als ik daar zo zit te mijmeren, denk ik aan een vriendin die onlangs 300 km stapte op weg naar Compostella. Het weer was erbarmelijk: een variatie van sneeuw, gietende regen en koude. Ik stuurde een berichtje ter bemoediging waarin ik schreef: “Nog een kleine week volhouden en dan komt de grote beloning”. “Die beloning krijg ik elke dag al hoor!”, was haar antwoord.
Die reactie deed mij inzien dat de tocht misschien wel belangrijker is dan de aankomst. De mooiste ervaringen van mijn eigen minitochtje waren de ontmoetingen onderweg. De stilte, de schoonheid van de natuur maar vooral de verbondenheid met andere pelgrims.
De jonge vrouw stapt niet, maar schuifelt.
Is een pelgrimstocht geen beeld van een levensverhaal? Vanaf de geboorte wordt een kind op weg gezet en die tocht zal zijn hele leven duren. Er zijn periodes van zorgeloosheid, genieten van de zon en de natuur, van feesten en het leven vieren, van liefde en goede relaties … Maar er komen ook obstakels zoals ziekte, verlies, gemis en verdriet, eenzaamheid en onvervulde verlangens. Het is een weg van vallen en opstaan. Soms botst een mens op grenzen en moet hij leren omgaan met onmacht. Soms is opstaan heel moeilijk, omdat tegenslagen verpletterend en verwoestend kunnen zijn. En toch lijkt er vaak in de diepste wanhoop een kracht te ontspringen die een mens ondanks alles weer doet opstaan en verdergaan.
Het leven beleven als een pelgrimstocht is een boeiende uitdaging. Het geeft ruimte voor het onverwachte. Het geeft groeikansen en stimuleert de mens om grenzen te verleggen of te aanvaarden. Een mens hoeft daarvoor niet altijd zijn wandelschoenen aan te trekken en op stap te gaan. Een pelgrimstocht kan ook een innerlijk avontuur zijn dat leidt tot nieuwe perspectieven. Ik wens iedereen de moed om zijn eigen tocht te gaan.