Nieuwe bewaarmethode voor donorharten overtreft traditionele bewaring op ijs

5 september 2024

Een internationale studie geleid door UZ Leuven vergeleek traditionele ijsbewaring versus machineperfusie voor het bewaren van donorharten. De resultaten tonen dat harten met een speciale bewaarmachine langer kwalitatief bewaard kunnen worden en een verminderd risico hebben op falen na transplantatie.

© XVIVO Perfusion

De gouden standaard herbekeken

Tot op vandaag is koude bewaring op ijs de gouden standaard voor het bewaren van donorharten. Maar bij die methode stijgt de kans op ernstig hartfalen van zodra het hart langer dan drie uur uit het lichaam is. Dat is een nadeel, zeker bij complexe harttransplantaties die meer tijd in beslag nemen en tegenwoordig steeds vaker worden uitgevoerd.

Daarom vergeleken onderzoekers in een internationale studie onder leiding van UZ Leuven de standaardtechniek met een innovatieve methode, waarbij het hart bewaard wordt met behulp van een machine en een speciaal daarvoor ontwikkelde koude vloeistof (HOPE, hypothermic oxygenated machine perfusion). Met de bewaarmachine kan een constante ideale temperatuur worden aangehouden en kunnen extra voedingsstoffen toegediend worden. Het hart kan zo tot 24 uur bewaard worden en blijft nadien goed functioneren.

Doorbraak

De internationale studie vond plaats tussen november 2019 en mei 2023. Verspreid over 8 Europese landen en 15 centra werden 204 patiënten willekeurig ingedeeld: de ene helft ontving een hart bewaard met een machine (HOPE), de andere helft een donorhart bewaard op ijs.

De resultaten tonen aan dat alle donorharten die met HOPE werden bewaard, geschikt waren voor transplantatie. De nieuwe bewaartechniek blijkt dus niet alleen veilig en effectief, maar op enkele vlakken ook beter dan bewaring op ijs:

  • Het effect van het gebruik van HOPE blijkt het grootst in de eerste 24 uur, waarbij het risico op het falen van het donorhart met 61% verminderde.
  • De kans op belangrijke complicaties die gepaard kunnen gaan met een harttransplantatie was 44% kleiner in de HOPE-groep.
Dit onderzoek onderstreept het potentieel van HOPE als nieuwe standaard in de harttransplantatiegeneeskunde.
Prof. dr. Filip Rega

Prof. dr. Filip Rega, hartchirurg in UZ Leuven en hoofdonderzoeker van de studie: "Na bijna 60 jaar hebben we eindelijk een betere bewaarmethode voor het hart in afwachting van een transplantatie. Dit onderzoek onderstreept het potentieel van HOPE als nieuwe standaard in de harttransplantatiegeneeskunde. De methode verbetert het herstel van patiënten na een transplantatie aanzienlijk, doordat de schade aan het hart minder groot is dan bij bewaring op ijs.” ​

Donorpool vergroten

De bevindingen van deze studie zijn extra relevant door de lange wachtlijsten voor harttransplantaties: er is nog steeds een groot tekort aan donororganen. De huidige criteria voor het aanvaarden van donororganen zijn ontwikkeld op basis van het gebruik van bewaring op ijs. Sommige donorharten komen daarvoor niet in aanmerking, bijvoorbeeld omwille van de leeftijd van de donor of een andere onderliggende aandoening. HOPE zou de pool van beschikbare donorharten verder kunnen uitbreiden en zo meer patiënten de kans bieden op een levensreddende transplantatie.

Andere organen, zoals nieren, worden al langer via machineperfusie bewaard, met goede resultaten. Een hartspiercel is echter een complexe cel. Ze is veel gevoeliger voor zuurstoftekort dan lever-, nier- of longcellen, wat verklaart waarom het langer duurt om nieuwe technieken te introduceren voor het hart.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 3 oktober 2024