Onevenwichtige bloeduitwisseling gemeenschappelijke moederkoek
Bij een op vijf tweelingzwangerschappen hebben de baby’s een gemeenschappelijke moederkoek. De foetussen delen daardoor bloedvaatjes en wisselen bloed uit. Op zich geen probleem, maar bij een op tien van die tweelingen ontstaat een onevenwicht in de bloeduitwisseling: het ene kindje krijgt daardoor te veel vruchtwater (de receptor), het andere te weinig (de donor).
Levensbedreigend voor foetus
Die verwikkeling, het tweelingtransfusiesyndroom genoemd, is levensbedreigend. Een miskraam of overlijden van de foetussen is meestal onvermijdelijk. De diagnose kan men stellen in de periode tussen de zestiende en zesentwintigste zwangerschapsweek, wanneer de baby’s nog niet levensvatbaar zijn.
Gemeenschappelijke bloedvaten dichtbranden
Het syndroom kan verholpen worden door een foetale operatie, waarbij de chirurg met een heel fijne camera de moederkoek bekijkt. Hij gaat op zoek naar elk bloedvaatje dat vertrekt vanuit de receptorfoetus, om te zien of het in verbinding staat met die van de donorfoetus. Elk gemeenschappelijk bloedvat brandt de chirurg dicht met een laserstraal, zodat de bloeduitwisseling stopt.
Probleem met onzichtbare bloedvaatjes
Probleem is evenwel dat er vaak nog onzichtbare bloedvaatjes zijn, die na de ingreep toch weer voor verwikkelingen zorgen, zoals terugkeren van het syndroom of bloedarmoede bij een van de foetussen.
Nieuwe techniek scheidt moederkoek volledig
Een nieuwe verbeterde operatiemethode voorkomt die complicaties: na het dichtbranden van de zichtbare bloedvatverbindingen, vervolledigt de chirurg de operatie door een lijn te branden die de beide delen van de moederkoek volledig scheidt. Daardoor worden ook alle niet zichtbare verbindingen dichtgebrand en is de kans op terugkeren van een transfusieprobleem vijf keer kleiner.
Internationale studie
Hoewel de nieuwe techniek al enige tijd wordt toegepast in o.a Londen, deed men nu voor het eerst een internationale gerandomiseerde studie over de resultaten van de ingreep. Het medische tijdschrift The Lancet publiceerde zopas de studie.
Voortrekkersrol UZ Leuven
UZ Leuven is een belangrijk verwijscentrum voor foetale chirurgie: jaarlijks ondergaan gemiddeld 30 patiënten deze ingreep, waaronder heel wat buitenlandse patiënten. In UZ Leuven nam prof. dr. Liesbeth Lewi het voortouw in de studie. Het Leuvens Foetaal Therapiecentrum onder leiding van prof. dr. Jan Deprest speelde ook een voortrekkersrol in de ontwikkeling van de instrumenten voor deze operatie.
