In 2022 kreeg de obesitaskliniek van UZ Leuven een accreditatie van de European Association for the Study of Obesity. Het Leuvense obesitascentrum maakt sindsdien deel uit van een groot Europees expertisenetwerk dat inzichten en kennis over obesitas wil delen. Maar om een rol als universitair obesitascentrum ten volle te kunnen waarmaken, moet ook de eerstelijnszorg voor obesitas en zwaarlijvigheid professioneel uitgebouwd zijn. Daarom ontwikkelden Belgische obesitasspecialisten een stappenplan voor het organiseren van efficiënte obesitaszorg in ons land.
Chronische ziekte
Het aantal mensen met overgewicht en obesitas neemt wereldwijd toe. Ook meer dan de helft van de Belgen lijdt aan overgewicht of obesitas. Dat eist zijn tol: overgewicht leidt tot heel wat andere ziektes en oversterfte. Tijdens de coronapandemie werden zwaarlijvige mensen ernstiger ziek en kwamen ze vaker op intensieve zorg terecht. De Wereldgezondheidsorganisatie erkende in 1948 al obesitas als chronische ziekte, wat betekent dat mensen die eraan lijden recht hebben op een adequate behandeling. Maar daarin schiet ons land tekort, aldus de obesitaskliniek van UZ Leuven
Prof. dr. Bart Vanderschueren, endocrinoloog in UZ Leuven: “Het is hoog tijd om overgewicht en obesitas de aandacht te geven die het verdient. Mensen met overgewicht of obesitas komen terecht in een oneerlijke strijd met hun metabolisme. Onze kennis over obesitas en hoe we mensen met obesitas kunnen helpen, is enorm geëvolueerd. Het komt eropaan die wetenschappelijke inzichten nu ook toe te passen in onze klinische zorg. Maar je moet niet alle zwaarlijvigheid medicaliseren: heel wat mensen kunnen prima geholpen worden door de huisarts, diëtist of met psychologische begeleiding.”
Huisarts is spilfiguur
In samenwerking met de Belgian Association for the Study of Obesity en Eetexpert ontwikkelde UZ Leuven een stappenplan voor de organisatie van obesitaszorg in de brede regio. Die kan als leidraad dienen om obesitas bespreekbaar te maken, de ernst ervan in te schatten en behandelingen op te starten naargelang het stadium van de zwaarlijvigheid. Om het verschil duidelijk te maken met commerciële organisaties die inspelen op afvallen, is een duidelijke structuur nodig over wie waar hulp kan zoeken. Huisartsen, diëtisten, kinesitherapeuten en psychologen moeten nauw samenwerken en kunnen doorverwijzen naar een obesitascentrum.
Als er nood is aan een ziekenhuisbehandeling, kan een erkend obesitascentrum een rol spelen. Een multidisciplinaire obesitaskliniek is enkel in bepaalde gevallen nodig en kan enkel goed werken als patiënten goed opgevangen worden in de eerstelijn. Levensstijlaanpassingen zijn altijd de hoeksteen van de behandeling, maar als die niet voldoende blijken te werken, kan gebruik gemaakt worden van de nieuwste medicatie die ingrijpt op het honger- en verzadigingssysteem. Daarnaast is er de mogelijkheid om een chirurgische ingreep te doen: de barriatische operaties werden de voorbije jaren minder invasief en dus veiliger.
Mensen met obesitas komen terecht in een oneerlijke strijd met hun metabolismeprof. dr. Bart Van der Schueren
Start zorgtraject voor kinderen
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Obesitas is een chronische ziekte, die net als alle andere chronische ziektes de beste en vooral de juiste en betaalbare zorg verdient. En dat is precies de ambitie van ons nieuwe en integrale zorgtraject obesitas, specifiek gericht op kinderen en jongeren. Met deze hervorming willen we op wetenschappelijke basis obesitas (1) zo vroeg mogelijk detecteren, (2) kinderen en jongeren met obesitas - maar ook hun familie - zo snel mogelijk én adequaat begeleiden, en (3) de nodige zorg verlenen mét de juiste behandeling. Het kind en zijn familie staan centraal in deze nieuwe benadering. We laten ze niet los, en dat is belangrijk, want bij elke belangrijke 'groeifase' - denk aan de overgang naar het middelbaar, maar even goed aan een groeispurt of je lichaam dat verandert tijdens de puberteit - bestaat immers een kans op terugval. De mogelijkheid moet er dus altijd zijn om een kind of een jongere opnieuw – én vlot - naar een intensief programma te leiden, maar evengoed omgekeerd en een trapje lager te gaan in de zorg als het goed loopt. Ook hier is dus samenwerking over alle lijnen in onze zorg dé sleutel. Dit brede zorgtraject, dat alle aspecten rond obesitas bij kinderen en jongeren omvat, wordt tegen midden 2023 uitgewerkt door een werkgroep van het Riziv met daarin de stem van alle belanghebbenden.”
Prof. dr. Bart Vanderschueren: “Preventie tegen obesitas bij jongeren is erg belangrijk, want anders kan obesitas een levenslange strijd worden. Maar we hopen dat ook de volwassen obesitaszorg een duidelijk traject krijgt. Het Belgische gezondheidssysteem heeft nood aan structuur en een professionele aanpak voor mensen met zwaarlijvigheid. De stapsgewijze aanpak waarin de huisarts een cruciale rol speelt en samenwerkt met andere gezondheidswerkers is de enige manier om het tij te keren. Zo’n stappenplan zou vanuit de overheid ingevoerd moeten worden, zodat elke persoon in ons land recht heeft op een efficiënte aanpak. Daarnaast is een terugbetaling voor behandeling en opvolging van obesitas dringend nodig. Obesitas heeft niet alleen vroegtijdig overlijden tot gevolg, maar ook diabetes, hart- en- vaataandoeningen, kanker en slaapapneu. Bovendien zijn er grote psychische en sociale gevolgen. Dat kost de overheid handenvol geld en zorgt voor een belasting van het gezondheidszorgsysteem.”