Patiënten die het ziekenhuis binnenkomen met een acute hartaanval, krijgen vandaag onmiddellijk een stent in de verstopte kransslagader die verantwoordelijk is voor het hartinfarct. 30% van hen heeft echter naast de veroorzaker van het hartinfarct ook andere vernauwingen in de kransslagaders: die worden op latere tijdstippen aangepakt door middel van stents . Wie meerdere vernauwde kransslagaders heeft, heeft na een hartinfarct namelijk een verhoogde kans op overlijden en complicaties dan wie maar 1 vernauwde slagader heeft. Daarom krijgen patiënten met andere vernauwingen 4 tot 5 weken later een zogenaamde volledige revascularisatie.
29 Europese ziekenhuizen
De Biovasc-studie onderzocht of het beter is om patiënten met twee of meer vernauwde kransslagaders onmiddellijk te behandelen, of om eerst de hoofdoorzaak aan te pakken en op latere tijdstippen de andere vernauwingen te behandelen.
In totaal namen 1.525 patiënten uit 29 Europese ziekenhuizen deel aan de studie, die liep van juni 2018 tot oktober 2021. De ene groep van patiënten kreeg een onmiddellijke volledige revascularisatie, de andere groep kreeg na het eerste hartinfarct een behandeling in fases. De patiënten werden een jaar lang opgevolgd..
Conclusie
Op het vlak van overlijden was er geen verschil tussen de 2 groepen: 1,8% van de patiënten die een onmiddellijke volledige revascularisatie kregen stierven, tegenover 1,2% van de patiënten die een gefaseerde revascularisatie kregen. Ook de kans op het krijgen van een acuut herseninfarct was gelijkaardig: 1,4% kans bij de eerste groep en 1,6% kans bij de tweede groep.
De groepen toonden wel opvallende verschillen in de kans op een nieuw myocardiaal hartinfarct: 1,8% van de patiënten met een directe volledige behandeling kreeg een tweede hartinfarct, tegenover 4,5% van de patiënten die in fases behandeld werden. De studie kon daarbij aantonen dat een behandeling in verschillende stappen samenging met meer myocardiale hartaanvallen en meer ongeplande percutane interventies met stents.. Een directe complete behandeling van de vernauwde kransslagaders lijkt dus beter om nieuwe hartaanvallen in de eerste 30 dagen na de eerste hartaanval te vermijden.
In UZ Leuven deed prof. dr. Johan Bennett mee aan de studie, waarbij een heel aantal patiënten opgevolgd werden. Het Erasmus-ziekenhuis in Rotterdam leidde de studie en verzamelde de gegevens. Prof. dr. Bennett, interventiecardioloog in UZ Leuven: “De belangrijkste conclusie is dat artsen zich geen zorgen hoeven te maken als ze alles in een keer willen revasculariseren tijdens de procedure, vooral als er sprake is van tweevatenziekte of gemakkelijke laesies die snel behandeld kunnen worden. Een totale behandeling is veilig en haalbaar en je geeft de patiënten waarschijnlijk een betere service zonder extra risico. De bevindingen van deze studie kunnen leiden tot een aanpassing van de Europese richtlijnen voor het behandelen van acute hartaanvallen.”
De Biovasc-studie werd gepubliceerd in het toonaangevende medisch vakblad The Lancet.