Argumenten voor vaccinatie
- Het vaccin is veilig en beschermt tegen COVID-19-infecties.
De aangepaste dosis voor de kinderen (1/3 van de dosis voor volwassenen) geeft een goede immuunrespons en een goede bescherming tegen een symptomatische COVID-19-infectie.
Er zijn in de VS al bijna 9 miljoen dosissen toegediend bij lagereschoolkinderen. Net als bij tieners en volwassenen zijn milde neveneffecten zoals spierpijn of pijn in de arm mild en voorbijgaand. Ernstige verwikkelingen zijn zeer uitzonderlijk. In het bijzonder is een milde en zelflimiterende hartspierontsteking gemeld bij minder dan 1 op 500.000 dosissen. - Ongewenste effecten van het vaccin op lange termijn zijn uiterst onwaarschijnlijk.
De bestanddelen van het vaccin verdwijnen uit het lichaam na enkele weken en enkel het ‘immuungeheugen’ blijft aanwezig, net als na een ‘natuurlijke’ infectie.
Met andere vaccins zijn ongewenste effecten maanden of jaren later niet gezien, ook niet na tientallen jaren vaccineren van zowat de volledige wereldbevolking. - De infectie met het COVID-19-virus verloopt bij kinderen meestal onopgemerkt of met milde symptomen. Toch is een COVID-19-besmetting niet altijd onschuldig bij kinderen.
- In België zijn sinds het uitbreken van de pandemie honderden kinderen opgenomen in het ziekenhuis of zelfs op intensieve zorg, met ernstige complicaties van COVID-19. Vijf kinderen zijn overleden aan de gevolgen van COVID-19.
Kinderen die moeten worden opgenomen, lijden hoofdzakelijk aan het ‘multisysteem-inflammatoir-syndroom’, ook ‘MIS-C’ genoemd. Naar schatting krijgt ongeveer 1 op 5.000 ‘gezonde’ kinderen die COVID-19 doormaken, deze verwikkeling. Het vaccin beschermt tegen de COVID-19-infectie en zo ook tegen MIS-C. - Vaccinatie vermindert het risico op besmetting van familieleden en leeftijdsgenoten.
Dat kan dus het aantal quarantaines en schoolsluitingen doen afnemen, buitenschoolse activiteiten, examens en reisplannen moeten mogelijk minder worden geannuleerd. - Het vaccin versterkt de natuurlijke immuniteit bij kinderen die de infectie al doorgemaakt hebben, zonder toename van ongewenste effecten.
Er zijn vragen waarop het antwoord nog onvolledig is:
- Hoe goed en hoe langdurig het vaccin bescherming geeft tegen een COVID-19-infectie bij kinderen, en in het bijzonder tegen de nieuwe omikron-variant, is nog niet volledig duidelijk. Cijfers bij volwassenen en adolescenten tonen dat de basisvaccinatie met 2 dosissen beschermt tegen omikron, weliswaar minder dan tegen de andere varianten. Een bijkomende vaccindosis (‘booster’) trekt de protectie tegen omikron verder op. Mogelijk zal dus ook bij kinderen een ‘booster’ nuttig zijn om het effect van het vaccin te vergroten. Hier is niets ongewoons aan, voor andere kinderziektes bestaat de basisvaccinatie soms ook uit 3 of 4 dosissen.
- Kinderen vaccineren draagt bij tot de ‘groepsimmuniteit’, maar hoe sterkt dat effect is, is moeilijk te voorspellen aangezien de epidemiologische situatie constant evolueert.
- Ongecontroleerde circulatie van het omikron-variant met een ‘natuurlijke infectie’ van alle kinderen tot gevolg wordt soms vooropgesteld als een alternatief voor een veralgemeende vaccinatie. Deze strategie houdt duidelijke risico’s in, o.a. een groter aantal kinderen met ernstige verwikkelingen zoals MIS-C, meer infecties bij kwetsbare familieleden en het verstoren van de zorg voor andere ziektes door een grotere belasting van het gezondheidssysteem. De bescherming na een natuurlijke infectie is ook onvolledig en voorbijgaand.
- Vaccins zijn in landen met minder middelen onvoldoende beschikbaar. Het is wel onduidelijk hoe een beperking van de vaccinatie in onze streken zou bijdragen aan een betere bevoorrading van deze landen.