Beknopte geschiedenis
Allerheiligen was oorspronkelijk een dag waarop alle martelaren van de kerk werden herdacht. Het feest wordt al sinds de vierde of vijfde eeuw gevierd. Aanvankelijk vond het feest jaarlijks plaats op 13 mei. In 844 verving paus Gregorius IV die datum door 1 november, volgens de regel van Benedictus de begindag van de winterperiode. Binnen de katholieke kerk is Allerheiligen een zogeheten hoogfeest. In de protestantse kerk worden Allerheiligen en Allerzielen niet gevierd.
Allerzielen valt ieder jaar op 2 november, dus een dag na Allerheiligen, en is de dag waarop gebeden wordt voor alle gestorvenen. Het woord is afgeleid van ‘gedachtenis aller zielen’. Het christelijke feest dateert oorspronkelijk uit de tiende eeuw, toen de heilige abt Odilo van Cluny (ca. 961-1049) gelovigen in Bourgondië opdroeg om op de dag na Allerheiligen alle overleden gelovigen te herdenken (988). Hij baseerde zich daarbij weer op een oude monastieke traditie in Spanje. Pas sinds de veertiende eeuw werd Allerzielen algemeen gevierd binnen de katholieke kerk.