Het moderne kunstwerk 'Verbonden' is van de hand van de Leuvense bronskunstenaar Willy Peeters. Het beeld is zo'n twee meter groot en bijzonder dynamisch. De dragende boomstructuur, de lijdende Christus aan het kruishout, herbergt in z'n dode takken wervelende en oprijzende mensen. Het kunstwerk wil verbeelding zijn van hoop te midden van het lijden.
Hier in het ziekenhuis komen mensen soms terecht in op het eerste zicht hopeloze en uitzichtloze situaties. Toch geloven we, en dat wil het kunstwerk uitbeelden, dat net in deze situaties van lijden en diep verdriet nieuw leven kan opborrelen zoals in de takken van deze boom. Soms heel voorzichtig en klein, soms bruisend en vol beweging.
Hieronder laten we de kunstenaar aan het woord, lees je twee bezinningen geschreven voor deze kruisboom en enkele pastores getuigen over de betekenis van 'een kruisbeeld' vanuit het werkveld.
Lieve
Op een dag werd ik gevraagd om bij een oudere dame de communie te brengen. Deze patiënte bleek vergevorderde dementie te hebben. Ik dacht bij mezelf: ‘Heeft dit nu nog wel zin?’. Toch vroeg ik haar of ze de communie wenste. Onmiddellijk maakte ze een kruisteken en begon ze een Onzevader te bidden. Ik was geraakt door het feit dat christelijke symbolen zoals de communie, het kruisteken en gebed zo’n invloed en betekenis hebben dat ze zelfs herinnerd worden door iemand die al in dementie verzonken is.
Anne
Toen ik nog niet zo lang als pastor aan het werk was, werd ik tijdens een weekendwacht opgeroepen bij een pas bevallen mama. Onderweg ernaartoe overliep ik al in mijn hoofd het stramien van een nooddoop. Maar het kindje was gezond en wel. De mama vroeg om het onmiddellijk na de bevalling te zegenen uit dankbaarheid en liefde.
Uiteindelijk mocht ik ook haar en de papa een kruisje geven. Het was een heel ontroerend en heilig moment.
Een kale boom,
een dorre boom,
een winterboom.
Zijn blaren zijn gevallen.
Zijn takken wachten
’t nieuwe groen.
Een kale boom,
een dorre boom,
een winterboom.
Als die boom,
zo voelt het leven
in de schaduw van de dood.
Een kale boom,
een dorre boom,
een dooie boom.
En toch …
een levensboom.
Op zijn takken dansen mensen,
naakt en kwetsbaar,
wervelend,
rijzend naar omhoog.
Ze leven.
Ze leven meer dan ooit.
Stuk voor stuk verbonden,
met elkaar,
als vruchten van nieuw leven,
in een kruin die nooit verwelkt.
Elk van hen,
een naam,
een gezicht,
verbonden met zovelen,
met al wie verder gaan
met in hun hart
- noodgedwongen -
de kilte en de kou
van die dorre winterboom.
Ze zijn vol kracht
en vol van leven.
Heengegaan
en toch verbonden.
Ze leven
in het groot geheim
van dood en leven,
van leven middenin de dood.
Jij die je vasthoudt
aan de levensboom,
Jij die misschien gelooft
in Hem die één werd
met het winterhout,
die liefde werd
tot in de dood.
Jij, verbonden
met de levensboom,
uit liefde voor een ander
uit liefde voor zovelen,
Ook jij bent
- God zij dank -
al één van hen,
voorgoed verbonden
met zovelen,
met wie ons zijn voorgegaan,
verbonden
voor eeuwig en altijd.
Etienne Heyse
Elisabeth
Mensen kennen het geborgen gebaar van een kruisje geven. Het is de wens om iemand een gevoel van veiligheid en geborgenheid te geven, of het verlangen om ons in ‘grotere handen’ toe te vertrouwen. Het roept veel op voor mensen en houdt tegelijk ook een concrete actie in: het is iets toewensen, het is iets vragen voor iemand.
Ik kan heel erg ontroerd worden wanneer patiënten zelf ook in staat zijn om een kruisje terug te geven aan hun partner, hun familie of de pastor. Want ook al zijn zij in een ‘kwetsbaardere’ positie, het toewensen van alle goeds is wat iedereen van harte kan blijven doen.
De kunstenaar aan het woord
De opdracht die ik van de pastorale dienst van UZ Leuven kreeg was: wil je voor onze kapel in Gasthuisberg een kruisbeeld maken dat ook toegankelijk is voor niet- en andersgelovigen. Dat triggerde me enorm! Ik vond het een bijzonder boeiende opdracht die bijna contradictorisch was: een kruisbeeld maken dat ook toegankelijk is voor anders- en niet gelovigen. En tegelijk is het kruis een universeel gegeven. Daarom moesten groei, dynamiek, energie en dood er van het begin af aan inzitten.
Ik ben snel en heel hevig aan de slag gegaan. Het idee zat vrij vlug volledig in mijn hoofd. Daarom begon ik algauw op ware grootte te werken. Op een bepaald moment begint dat beeld in vorm te komen, ook al is dat vrij instabiel. Het was echt een hele delicate operatie. Maar ik voelde en ik wist dat het goed was. Het moest uiteraard plastisch goed in de vorm zitten, maar vooral inhoudelijk. Bij dit beeld vond ik dat een sterk gegeven: de takkenstructuur die lijden uitdrukt, die mensen die verbinding uitdrukken en dat allemaal in boomvorm. Het is pure intuïtie geweest. Het kruisbeeld was van in het begin 'af' in mijn hoofd. Ik wist ook onmiddellijk dat het 2m20 hoog moest worden. En toen het echt af was en gegoten had ik echt de overtuiging: 'Dit zit goed, dit is een sterk beeld'.
Er zit in het kunstwerk geen kruisbeeld en geen Christus. De naar voor hangende takken symboliseren het hoofd van Christus. Als je het kruisbeeld kent, herken je onmiddellijk een Christusfiguur, maar eigenlijk is het een takkenstructuur. Rond die takkenstructuur zit een werveling van andere takken met menselijke figuren die verbondenheid symboliseren. Bovenaan zie je een figuur die het geheel een beetje overschouwt. Het is dus geen Jezusfiguur, maar in die takkenstructuur herken je zowel het lijden als het nieuwe leven. In de figuren daarrond herken je groei en dynamiek.
Als een boom
geworteld aan het water,
geworteld in het Woord,
die elk seizoen zijn goede vurchten draagt,
zo is Hij geworden
Hij die één werd met de boom.
Zijn sterven
een goed
voor elk die proeven moet
de harde proef van lijden en van dood.
Hij zelf doorstond die proef,
ten einde toe,
geworteld in de Bron,
zijn levensbron
zijn liefdesbron
De boom
de levensboom
en Hij die één werd met de boom
verbindt ons met elkaar,
verbindt ons met zijn Bron,
de levensbron,
onze liefdesbron,
nu en voor altijd.
Jij wordt zijn vrucht,
dansend op die boom,
vol van leven,
onvergankelijk leven,
jij die vasthoudt aan de boom,
jij die hoopt
op Hem die één werd met de boom,
jij die één wordt met de levensboom
en buigt het hoofd
uit liefde.
"Met de boom des levens
wegend op zijn rug
droeg de Here Jezus Gode,
goede vrucht.
Kyrie eleison.
Wees met ons begaan.
Doe ons weer verrijzen
uit de dood vandaan."
Etienne Heyse
Anne
Voor mij is het geven van een kruisje het geloof en het vertrouwen delen dat er een God is die liefde en bescherming schenkt, waar we beiden in geloven. Die er is voor ons, ook en vooral op erg moeilijke momenten in ons leven. Een kruisje verbindt ons met God en met elkaar. En het is uit liefde en zorg dat mensen elkaar een kruisje geven.
Zo was er eens een patiënt die ik begeleidde. Hij kon zelf niet spreken, maar was wel alert. Hij kon met zijn handen ja of nee aanduiden. Ik had op het einde van elk gesprek voor hem gebeden en hem een kruisje gegeven. Tijdens het voorlaatste gesprek, een week voor de uitvoering van zijn euthanasiewens, stak hij na het gebed zijn hand uit naar mijn hoofd en gaf hij mij zelf een kruisje. Dat is eens van de meest bijzondere momenten die ik in het ziekenhuis heb meegemaakt. Er lag zoveel in dat kruisje.
Joke
Tijdens de eerste coronagolf hier in ons ziekenhuis, was het omwille van beperkt beschermingsmateriaal niet mogelijk om bij patiënten op de kamer te komen. De ziekenzegen kon ook niet op de kamer bij de patiënt gebeuren, maar er werd samen met familie en naasten vanuit de kapel gebeden. Nadien brachten we via zorgverleners op de afdeling vaak een klein houten kruisje tot bij de patiënt. Daarmee wilden we zeggen: ‘Wij hebben voor jou gebeden en jij wordt hier niet alleen gelaten. Onze God die Liefde is, laat jou ook hier en nu niet los
Elke
Tijdens het gezamenlijke ochtendgebed op Aswoensdag kregen mijn collega’s en ik een askruisje op ons voorhoofd. Voor sommigen een heel vertrouwd gegeven. Voor mij voelde dit iets minder comfortabel aan. Ik dacht durf ik dat wel? Door de gangen lopen met zo’n zichtbaar teken van mijn geloof. Ik vond het verre van evident. Als ik heel eerlijk ben, heb ik het kruisje ook verwijderd na twee verplaatsingen door de gang. Te veel ogen op mij gericht, te veel vreemde blikken en schrik om een breuk in mijn imago als ‘moderne’ pastor. Maar ik die me hier zo ongemakkelijk bij voelde, werd geconfronteerd met wat dit kruisje met patiënten deed. Ik mocht hen één voor één een kruisje geven. Dit deed ik niet met de traditionele bewoording ‘Tot stof en as zult gij wederkeren’. Ik probeerde wel samen met hen te zoeken, te bidden en te hopen op het kruisje als symbool van ommekeer: dat de kwetsbaarheid, leegte en machteloosheid die patiënten en ikzelf voelen kan omgezet worden in moed, hoop en kracht. Tijdens zo’n intiem moment rolt er al eens een traantje. Een transplantatiepatiënt beaamde mijn vorm van gebed. Hij zei: ‘Ja, ik hoop inderdaad op die tweede kans, dat tweede leven. Ik heb in zak en as gezeten, maar dit zal hopelijk het eerste teken zijn dat er kracht, moed en hoop op komst is.’.
Katelijne
De arts stuurde me op pad. Een man had vandaag te horen gekregen dat hij kanker had. Veel te jong om aan de mogelijkheid van eindigheid te denken. Ik ontmoette een ietwat stoerdere kerel, die mij meteen hartelijk welkom heette als pastor. Hij toonde vrij vlug zijn bovenarm met een grote tatoeage van een kruis. Hij vertelde dat dit voor hem erg heilig was. Hij was groot geworden bij zijn grootouders. Zijn grootmoeder was een ontzettend lieve vrouw voor hem geweest. Haar leven werd getekend door twee dingen, of was het maar één. Het kruis staande voor haar geloof dat grond was in haar leven en de liefde, die ze kwistig deelde. Die twee pilaren, of misschien die ene was hem zo dierbaar gebleven dat hij het kruis liet tatoeëren op zijn arm. “Dan heb ik het altijd bij me….”