Eerste aanspreekpunt
Thamara gaat aan de slag van zodra een patiënt aanvaard wordt voor protontherapie. “Nog voor de patiënt start heb ik contact met de zorgcoördinator of de behandelend arts van het verwijzend centrum. We bekijken samen hoe we alles organiseren, welke bijkomende behandelingen of onderzoeken er nodig zijn, en waar die best plaatsvinden. Voert de verwijzend arts klinische controles uit? Doet onze kinderarts dat? De bedoeling van dat eerste contact is dus dat we afstemmen hoe de bestralingsperiode eruit zal zien.”
Als het gaat over wat er gebeurt op kinderoncologie, dan ben ik meestal het eerste aanspreekpunt.
“Vanaf de start van de behandeling ben ik verantwoordelijk voor alles wat er bij ons op kinderoncologie gepland moet worden. Dan gaat het bijvoorbeeld over bloedafnames, aanprikken voor specifieke onderzoeken, bijkomende chemobehandelingen, of hier komen uitslapen na een bestraling onder narcose. Dat zijn allemaal dingen die ik inplan. Sommige patiënten komen slechts af en toe op de dienst kinderoncologie, anderen zijn hier elke weekdag. In dat geval ga ik zelf persoonlijk uitleggen hoe de opvolging tijdens de bestraling gebeurt.”
Coördinerende rol
Een zorgcoördinator heeft een uitgebreid takenpakket en werkt met heel wat mensen samen. “Wat ik leuk vind aan mijn functie is de variatie, het feit dat je nooit weet wat er op je pad komt. Ik zit vaak achter de computer dingen te plannen, maar ik zie ook veel patiënten. Ik bel met ouders om afspraken in te plannen en heb contact met de verschillende zorgverleners in het ziekenhuis en in de verwijzende centra. Zo hebben ik en mijn twee collega’s een coördinerende rol tussen al die partijen. Daarin betekenen we ook het verschil voor mensen die in zo’n moeilijke situatie terechtkomen. Veel patiënten komen hier vijf dagen per week, nu eens op de dagzaal, dan weer op een ander verdiep, vaak bij verschillende hulpverleners. Als zorgcoördinator kan je hen dan het overzicht bieden.”