x % = x g op 100 ml
1% = 1 g op 100 ml (of 10 mg per ml)
Algemene regels:
Wanneer je in een vraagstuk 1 onbekende hebt, kan je die meestal berekenen door de regel van drie te gebruiken. Schrijf de bekende waarden uit de opgave op
Voorbeeld:
1 flacon Obracin = 2 ml en bevat 80mg van het geneesmiddel
Vraag:
Je moet 40 mg geven aan je patiënt: hoeveel ml trek je op?
Oplossing:
Schrijf bekende waarden uit opgave op
80 mg = 2 ml
Schrijf daarna de bekende en onbekende uit de vraagstelling
80 mg = 2 ml
40 mg = ? ml
Zet de kolom met de bekende waarde om naar 1 door de waarde te vermenigvuldigen of te delen.
Herhaal de berekening van de andere kolom:
- Je hebt het gegeven
- Het gevraagde zet je rechts van de pijl
- Het volledig gekende links van de pijl
- ml is het gevraagde en zet je rechts van pijl
- mg is het gekende en zet je links van pijl
Oplossing:
je trekt 1 ml op (zie werkwijze)
80 mg ? 2 ml
1 mg ? 2 ml
80 mg
40 mg ? 2 ml x 40 mg = 1 ml
80 mg