Angstaanvallen, zelfmoordgedachten, een relatiecrisis of een burn-out: soms kan een psychisch of emotioneel probleem tot een plotse crisis leiden. Wie in zo’n crisis zit, heeft een aantal mogelijkheden om zich te laten helpen bij de dienst volwassenenpsychiatrie van UPC KU Leuven.
Je kan naar de vrije raadpleging in campus Kortenberg, maar daar is het niet altijd mogelijk om opvolging te krijgen. Een tweede mogelijkheid is een korte psychiatrische opname in de EPSI-unit of in het crisisinterventiecentrum.
Maar alsmaar vaker krijgen mensen een derde optie, namelijk om begeleid te worden door het mobiele crisisteam, zodat je gewoon thuis geholpen wordt. Een kleine vijfhonderd mensen tussen 18 en 65 jaar krijgen jaarlijks begeleiding aan huis door dat mobiele crisisteam.
Gedurende enkele weken krijg je dan begeleiding, als het nodig is zelfs dagelijks. Genoeg om iemand weer op weg te zetten en te kijken naar het probleem dat aan de crisis ten grondslag ligt.
Onmiddellijk contact
Professor Stephan Claes, diensthoofd van de volwassenenpsychiatrie: “Ons mobiele crisisteam telt een tiental mensen, vooral psychiatrisch verpleegkundigen. Daarnaast hebben we een psycholoog, een sociaal werker en twee psychiaters. Mensen kunnen zich niet rechtstreeks bij ons aanmelden, maar worden altijd doorverwezen, bijvoorbeeld via hun huisarts, een andere hulpverlener of via de spoedgevallendienst van het ziekenhuis.”
Je leert veel door bij mensen thuis te komenprof. dr. Stephan Claes
“Ons team contacteert de patiënt onmiddellijk om hem nog de dag zelf of de dag daarna te kunnen spreken. Dat eerste gesprek kan bij de patiënt thuis of in het ziekenhuis en gebeurt altijd door twee personen van het team. We praten grondig met die persoon en schatten in hoe veilig het is om hem thuis te begeleiden.”
“Na die eerste ontmoeting kijken we of de mobiele thuisbegeleiding inderdaad het beste antwoord is. Dan stippelen we een plan uit en beslissen we hoe intens de begeleiding moet zijn, bijvoorbeeld dagelijks of enkele keren per week, en hoe we het probleem inhoudelijk kunnen aanpakken.”
Crisisplan
Veiligheid staat altijd voorop. Dat betekent dat het team eerst het risico op zelfdoding aanpakt en de patiënt helpt zich voor te bereiden op een eventuele volgende crisis. Professor Claes: “Vaak stellen we een veiligheidsplan op om het eventuele zelfmoordrisico onder controle te krijgen, of om bijvoorbeeld drankmisbruik aan te pakken.”
“In dat plan zoeken we samen met de patiënt hoe hij beter kan omgaan met een volgende crisis. Misschien helpt het hem om iets te gaan doen, zoals wandelen of fietsen. Misschien moet hij het gezelschap van iemand anders opzoeken. En als dat niet werkt, kan hij bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon opzoeken met wie hij over zijn zwarte gedachten kan praten. Of een mindfulnessoefening doen. Al die mogelijke stappen zetten we op papier. Zo maken we een persoon in crisis weer regisseur van zijn eigen verhaal.”
Het mobiele crisisteam gaat in het leven van de patiënt op zoek naar de grote knooppunten die tot de crisis hebben geleid. “Die knooppunten proberen we dan te verkennen en aan te pakken. Je kan het een soort voortherapie noemen. Daarbij proberen we het netwerk rond de patiënt actief te betrekken en te versterken: de familie, maar eventueel ook een professioneel netwerk.”
Eerste behandeling
Maar het mobiele crisisteam doet meer dan alleen maar de crisis indijken. “Die eerste week is er ook een contact met de psychiater. Die stelt een diagnose en gaat bijvoorbeeld na of er sprake is van een depressie en of de persoon medicatie nodig heeft.”
Niet elke persoon in crisis wil een opname, maar soms is dat toch het beste. “Het crisisteam kan een vertrouwensband opbouwen met de patiënt en na verloop van tijd een opname ter sprake brengen. Al proberen we meestal een opname te vermijden. Dat past ook in de maatschappelijke tendens om zorg aan huis te bieden. Het grote voordeel van mensen thuis te begeleiden is dat je ziet hoe ze leven, of hoe hun partner zich gedraagt. Je leert heel veel door bij mensen aan huis te komen.”
Het uiteindelijke doel is om de patiënt weer controle te geven over zijn eigen leven. “Een crisis kan je volledig overspoelen. Waar we naar streven, is dat de patiënt evolueert van het gevoel dat niets meer gaat, naar: ik heb een probleem, maar er zijn manieren om daaraan te werken.”