Naar het operatiekwartier, naar een radiologisch onderzoek of terug naar de hospitalisatieafdeling: tijdens een verblijf in UZ Leuven moet je als patiënt soms een verplaatsing maken. Dan kun je rekenen op het team van het intern patiëntenvervoer.
Verantwoordelijke Ineke Jacobs vertelt hoe belangrijk dat is. “Ik zie mijn medewerkers als de olie in de operationele motor van het ziekenhuis: zonder voldoende olie kan die motor niet draaien. De patiënten op het juiste moment naar de juiste plaats brengen, is een cruciale schakel in de werking van het ziekenhuis.”
20 kilometer op de teller
Van 7 uur ’s ochtends tot 22 uur ’s avonds is het intern patiëntenvervoer onderweg. Elke dag verzorgen de collega’s van patiëntenvervoer samen meer dan duizend transporten. Niet alleen vanop hospitalisatieafdelingen brengen ze je naar de juiste plaats, maar ook van en naar de raadplegingen, dagziekenhuizen, het operatiekwartier of de spoedgevallendienst. Ben je bijvoorbeeld via spoed het ziekenhuis binnengekomen en moet je in het ziekenhuis overnachten, dan brengen zij je naar de juiste hospitalisatieafdeling.
Hun 10.000 stappen halen ze met gemakIneke Jacobs
In je bed, de rolstoel of te voet: het intern patiëntenvervoer weet overal weg mee. Een vaste afdeling of route hebben de medewerkers niet. Zo ziet elke werkdag er compleet anders uit en kennen de ‘chauffeurs’ het ziekenhuis als hun broekzak. Hun 10.000 stappen halen ze dus met gemak.
“Gemiddeld wandelen de medewerkers dagelijks zo’n 15 tot 20 kilometer. Dat is indrukwekkend, zeker omdat we zo efficiënt mogelijk proberen te werken. Dat wil zeggen dat we transporten combineren waar het kan om niet nog meer overbodige kilometers te doen. Wie bijvoorbeeld een patiënt naar het operatiekwartier brengt, blijft daar niet wachten tot na de ingreep, maar neemt meteen een andere patiënt mee die vanuit de ontwaakruimte weer naar de afdeling kan.”
Track and trace
De basis van dat efficiënte systeem is de planning van de dag. “In die lijst staan alle transporten voor al geplande raadplegingen of onderzoeken op het juiste uur klaar. In de loop van de dag komen er nog heel wat nieuwe vervoersaanvragen bij, bijvoorbeeld als een patiënt een extra onderzoek nodig heeft. Elke medewerker heeft een tablet met de lijst van alle vervoersaanvragen op zak en kan aan zichzelf een transport toewijzen. Daarbij houden ze rekening met de afstand en tijd om dat zo vlot mogelijk te doen.”
Onderweg zijn met mensen, is ook onderweg zijn met heel wat persoonlijke verhalen
Als de interne ‘chauffeurs’ bij hun patiënt aankomen, moeten ze altijd dubbelchecken of ze wel de juiste persoon voor zich hebben. “Dat doen we door het identificatiebandje te scannen: een polsbandje met de naam, geboortedatum en EAD-nummer van de patiënt. Op die manier weet de afdeling meteen ook dat de patiënt vertrokken is. Bij aankomst geven we via de tablet een seintje dat het transport uitgevoerd is. Zo is het een waterdicht track-and-tracesysteem.”
Een belangrijke voorwaarde voor de dienstverlening van het intern patiëntenvervoer is dat de toestand van de patiënt stabiel genoeg is. Daarom doen de vervoermedewerkers geen verplaatsingen van intensieve patiënten of van de afdeling neonatologie.
“Het is de bedoeling dat we enkel patiënten vervoeren voor wie de verplaatsing geen grote risico’s inhouden. In de ontwaakruimte van het operatiekwartier is het bijvoorbeeld de anesthesist die oordeelt wanneer een patiënt klaar is om veilig vervoerd te worden. Onze medewerkers zijn ook opgeleid om in uitzonderlijke gevallen, als de patiënt bijvoorbeeld toch onwel wordt tijdens het transport, dat op een gepaste manier op te vangen.”
Sociale skills
Behalve een goede conditie, heeft een medewerker bij het intern patiëntenvervoer ook een luisterend oor. Onderweg zijn met mensen, is ook onderweg zijn met heel wat persoonlijke verhalen. “Sommige patiënten vertellen honderduit over wat ze meemaken, andere vinden het fijn dat het stil is. Onze mensen hebben dus de sociale skills nodig om in elke situatie empathisch te kunnen reageren. Je kunt ook niet zomaar alles zeggen aan een patiënt. ‘Het komt goed’ is zo’n dooddoener: dat weten wij helemaal niet. Het team volgde onlangs een workshop over het omgaan met patiënten, omdat dat een niet te onderschatten onderdeel van de functie is.”
Soms gaat het effectief niet goed met iemand. Of doet een vaak terugkerende naam van een patiënt een alarmbelletje rinkelen. “Onze medewerkers zijn te allen tijde discreet over wat patiënten vertellen, maar ze kunnen op een moeilijk moment wel bij elkaar terecht. Ze hebben veel steun aan elkaar. En ik probeer er op mijn beurt ook voor hen te zijn.”
‘Merci’
Op het intern patiëntenvervoer staat geen leeftijd. Met medewerkers van 19 tot 61 jaar heeft Ineke Jacobs verschillende generaties in haar team. Dat is een zegen én een uitdaging. “Soms verschillen de visies tussen de enthousiaste jeugd en de anciens met 25 jaar ervaring, maar de verscheidenheid maakt het ook leuk. En één voor één halen ze zoveel voldoening uit wat ze doen. Ze willen er zijn voor de patiënt, met hun service en met een luisterend oor. Een oprechte ‘merci’ aan het einde van een transport, geeft hen telkens weer een boost. Die dankbaarheid van patiënten: daar doen we het voor.”
(Tekst: Marthe Van Loy)