Sluimerend gevaar
Een aortaklepstenose of verkalking van de hartklep is gevaarlijk. De klep opent zich moeilijker, waardoor de hartspier harder moet werken en verdikt. Dat verhindert een goede bloedcirculatie, verstoort het hartritme en kan maken dat je flauwvalt. Bovendien loop je het gevaar dat je plots sterft. Maar liefst een op de twee patiënten met hartklepverkalking overlijdt binnen de twee jaar als de aandoening niet behandeld wordt. Maar de symptomen worden jammer genoeg pas duidelijk merkbaar als de aandoening al in een vergevorderd stadium is.
Eerste signaal: vermoeidheid
De eerste symptomen van hartklepverkalking zijn vermoeidheid, een beklemmend gevoel of pijn in de borst en flauwvallen. De meeste mensen wijten die symptomen gewoon aan de leeftijd en besteden er daardoor niet voldoende aandacht aan. Maar dat is een vergissing. Voel je je de laatste tijd meer vermoeid, laat je huisarts dan naar je hart luisteren. Met de stethoscoop kan de huisarts een duidelijk geruis horen, een teken dat er iets aan de hand is. Een tijdig behandelde hartklepverkalking zorgt er niet alleen voor dat je weer even energiek bent als voorheen, maar voorkomt ook een plotse dood.
Een kwestie van slijtage
De oorzaak? In onze westerse wereld is de belangrijkste oorzaak van hartklepverkalking pure slijtage. Het is dus een van de weinige hartaandoeningen die niets met levensstijl te maken hebben. Twee tot zeven procent van de bevolking heeft er last van en zeker vanaf 65 jaar moet je er alert voor zijn. Een gezonde levensstijl en een goede fysieke conditie helpen je niet om de slijtage te voorkomen, maar kunnen er wel voor zorgen dat je de behandeling vlotter doorstaat.
Hartoperatie is veilige ingreep
De behandeling bij hartklepverkalking bestaat erin de hartklep te vervangen. Dat gebeurt in de meeste gevallen nog altijd via een hartoperatie. Met de huidige technologie is dat een veilige ingreep: ernstige complicaties komen in minder dan 0,5 procent van de gevallen voor. Een hartklepoperatie duurt over het algemeen vier tot vijf uur. Daarna gaat de patiënt naar de ontwaakafdeling, waar hij de nacht doorbrengt. De volgende dag kun je al naar de gewone verpleegafdeling. De meeste mensen kunnen na zes of zeven dagen al naar huis en zijn in staat weer rustig te stappen en de trap op en af te gaan. Na een revalidatie van een drietal maanden ben je weer helemaal de oude.
Het is een van de weinige hartziekten die niets met levensstijl te maken heeftprof. dr. Bart Meuris
Soms geen hartoperatie nodig
Tegenwoordig kunnen artsen een nieuwe hartklep ook via een katheter plaatsen. Onder lokale verdoving prikt de chirurg in de lies, brengt van daaruit door een katheter een nieuwe hartklep in en zet die op zijn plaats. Bij zo’n operatie is de patiënt vaak al snel weer op de been. Omdat het om een erg dure ingreep gaat, beperkt de overheid wel het aantal ingrepen dat een ziekenhuis via deze methode kan doen. Daarom wordt de methode momenteel vooral toegepast bij mensen die een hartoperatie niet meer zo goed aankunnen of waarbij een klassieke operatie veel risico zou inhouden.
Veel soorten hartkleppen
Als je hartklep moet vervangen worden, bestaan er heel wat soorten nieuwe hartkleppen of kunstkleppen. Meestal plaatst de chirurg een mechanische of een biologische hartklep. Een mechanische hartklep uit duurzaam metaal gaat lang mee, maar heeft twee nadelen. Je kan de hartklep horen tikken en de patiënt moet zijn leven lang bloedverdunners nemen. Een biologische hartklep is gemaakt van dierlijk materiaal. Bij zo’n hartklep hoeft de patiënt achteraf meestal geen bloedverdunners te nemen. Er bestaan ook menselijke hartkleppen, afkomstig van donoren, maar die worden eerder uitzonderlijk bij specifieke operaties gebruikt.
Oudere mensen verslijten minder snel een biologische hartklep
Biologische hartkleppen kunnen onderhevig zijn aan slijtage, maar gek genoeg is dat vooral bij jonge mensen het geval. Hoe jonger je bent, hoe sneller de nieuwe hartklep kan verkalken. Bij mensen ouder dan 65 is de kans op slijtage eerder gering. Hoe dat precies komt, weet men nog niet helemaal, maar waarschijnlijk komt het omdat ons algemene metabolisme op oudere leeftijd vertraagt. Gelukkig worden dankzij nieuwe technieken en dankzij wetenschappelijk onderzoek ook de biologische hartkleppen alsmaar duurzamer. De laatste jaren kiezen patiënten daarom vaker voor een biologische klep, omdat ze dan geen bloedverdunners moeten nemen.
Stel huisartsbezoek niet uit
Hartklepverkalking en de gevaren ervan zijn onvoldoende bekend bij het grote publiek. Accepteer daarom nooit zomaar dat je je meer vermoeid voelt dan normaal, maar laat je huisarts naar je hart luisteren. Een nieuwe hartklep laten plaatsen is minder schrikwekkend dan het lijkt en daarna is je levensverwachting weer normaal.
(Tekst: Isabelle Rossaert)