Wim moest begin 2022 een online werkvergadering leiden toen het plots niets meer ging. “Mijn hele lichaam zei ‘neen’.” De huisarts vermoedde een depressie en schreef ziekteverlof en psychotherapie voor. Wim nam enkele maanden voltijds ziekteverlof en dat was nodig: “Ik voelde me heel moe, kon me niet meer concentreren. Ik voelde me somber, piekerde veel, zag alles buiten proportie en voelde me heel kwetsbaar. Ik voelde ook geen verbinding meer met andere mensen. Er waren de voorbije jaren bovenop de pandemie allerlei zaken samengekomen die te zwaar waren. Maar ik heb gewoon doorgedaan en de signalen dat het niet goed met me ging, genegeerd.”
Dankzij het ziekteverlof kon Wim lichamelijk weer op positieven komen, maar minstens even belangrijk was de psychotherapie, waar hij leerde beter grenzen te stellen en ook eindelijk durfde terugkijken naar trauma’s uit zijn kinderjaren. Nu, een jaar later, werkt hij weer bijna voltijds. “Ik voel me niet meer depressief. Maar ik ga verder met de psychotherapie om de zaken uit mijn verleden te verwerken.”
Mensen met een depressie slepen zich door de dagKaat Hebbrecht
Voor dokter Kaat Hebbrecht, psychiater bij UPC KU Leuven en gespecialiseerd in stemmingsstoornissen, is het verhaal van Wim een vertrouwd verhaal. “Een depressie ontstaat door een combinatie van verschillende factoren. Er zijn psychologische factoren, zoals iemands persoonlijkheid. Mensen die zeer kritisch zijn en hoge eisen stellen aan zichzelf, lopen bijvoorbeeld meer risico op een depressie. Ook een seksueel of emotioneel trauma uit de kindertijd kan een belangrijke rol spelen. Verder kunnen langdurige stress, een scheiding of een ontslag een oorzaak zijn. En daarnaast zijn er biologische factoren, zoals een genetische voorbeschiktheid.”
Ontregelde hersenen
Bij mensen met een depressie zijn bepaalde functies in de hersenen uit balans. “We zien onder andere een verstoring in de balans tussen neurotransmitters, de stofjes in onze hersenen die zorgen voor een goede signaaloverdracht tussen de zenuwcellen. Vooral serotonine en noradrenaline – boodschappersstoffen die onze emoties, eetlust en concentratie regelen – raken uit balans. Daarnaast zien we op hersenscans een verminderde activiteit in de prefrontale cortex, die verantwoordelijk is voor cognitieve en emotionele functies. Daardoor kunnen mensen minder goed plannen en organiseren, krijgen ze concentratieproblemen of verliezen ze hun interesse in de wereld. Ook heeft een deel van de mensen met een depressie een verhoging van het stresshormoon cortisol. “Cortisol is op zich goed, het helpt het lichaam om met acute stress om te gaan, maar een chronische overproductie is schadelijk.”
De emotionele kanten van depressie herkennen we: je voelt je somber, hebt geen plezier meer, je kan nog maar weinig interesse opbrengen voor zaken, je voelt je niet meer verbonden. Maar een depressie dient zich ook aan met lichamelijke klachten. “Mensen ervaren een zeer uitgesproken vermoeidheid, hebben een loodzwaar gevoel in hun armen en benen, moeten zich door de dag slepen. Ze kunnen rug- en nekpijn hebben door de spanning in hun lichaam. Ze slapen moeilijk in of worden heel vroeg wakker. Ze verliezen hun eetlust, soms ook hun libido. Een klein groepje mensen heeft eigenlijk vooral die lichamelijke klachten. Bij hen wegen de emotionele veranderingen minder door. In zo’n geval kan het lang duren eer de huisarts vaststelt dat het om een depressie gaat.”
Dokter Hebbrecht ziet die lichamelijke factoren als een signaalfunctie: “Sommige mensen gaan zo op in hun werk en verplichtingen dat ze weinig aandacht hebben voor hun emoties. De lichamelijke klachten maken dat patiënten het gevoel krijgen dat ze controle verliezen, maar dat kan soms net positief zijn. Het lichaam zegt: ‘Stop, ik kan niet meer.’ Het trekt aan de noodrem: er is iets aan de hand en daar moet naar geluisterd worden.”
De weg naar herstel
De behandeling van een depressie bestaat uit drie pijlers. De eerste is een goede basiszorg: een goed dag- en nachtrit-me, gezonde voeding, vermindering van alcoholgebruik, regelmatig bewegen, relaxatietechnieken en waar nodig de work-lifebalance aanpassen. Een tweede pijler is psychotherapie. Daarin leren patiënten omgaan met moeilijke emoties zoals angst, boosheid en somberheid. Ze kijken naar hoe bepaalde gebeurtenissen uit het verleden verband houden met hoe ze zich nu voelen.
Een laatste pijler is medicatie. Antidepressiva zijn erop gericht om de concentratie van serotonine en noradrenaline in de hersenen te verhogen. “Op welke van de drie behandelpijlers we het meest inzetten tijdens de behandeling, hangt af van de ernst van de depressie en van de voorkeuren van de patiënt. Zo zijn antidepressiva voornamelijk nuttig bij een matige tot ernstige depressie. Wat vooral belangrijk is: een depressie is een aandoening en die moet je ernstig nemen. Soms gaat een depressie spontaan over, maar in veel gevallen is een behandeling echt nodig.”
(Tekst: Isabelle Rossaert)