Camillo en Carla, zo heten de cello en strijkstok van onze oudste. Voor haar zijn ze even concrete vrienden als haar klasgenoten. Sinds kort speelt ze in een groot symfonisch jeugdorkest. Na het laatste concert was het even muisstil, tot het applaus losbarstte. Meer dan 80 jonge mensen die samen musiceren, dat raakt.
Achteraf zei ze: “Dat we die muziek samen hebben kunnen maken, is zo bijzonder. En iedereen is belangrijk. We zijn allemaal deel van iets groots. Dat is magisch!” Mijn moederhart (en ook mijn pastorhart) kreeg vleugels. Magisch, je zou het ook heilig kunnen noemen.
Ik heb de indruk dat in deze woelige, onzekere tijden veel mensen op zoek zijn naar zoiets heiligs. Velen zijn heel ontvankelijk voor symbolen, rituelen, grote en kleine dingen die ons verbinden met een diepere werkelijkheid. Verzorgingsproducten heten rituals, mensen geven elkaar momenten cadeau in plaats van spullen en mijn dag begon met een spiritueel citaat: Do little things with great love. Neen, niet uit een levensbeschouwelijk boek, maar op mijn theezakje.
Die bloemen, dat is onze vriendenkring
In de intense wereld van het ziekenhuis, waar zoveel vanzelfsprekendheden onder druk staan, is dat nog meer uitgesproken aanwezig. Een jonge vrouw is al weken opgenomen. Op haar nachtkastje staat altijd een klein boeketje van vijf verschillende bloemen. Soms in andere kleuren, maar steeds dezelfde soorten. “Die bloemen, dat is onze vriendenkring. We zijn allemaal een bepaalde bloem, ik ben bijvoorbeeld de gerbera. Door dat boeketje heb ik mijn vrienden altijd dichtbij. Op moeilijke momenten kijk ik ernaar en kan ik weer verder. Zo geven ze me steeds opnieuw moed, zonder dat ze dat zelf beseffen.”
Midden in de nacht word ik op spoed geroepen. Een man is op straat in elkaar gezakt. Hij heeft geen identiteitspapieren bij zich. Zijn toestand verslechtert zienderogen. Een verpleegkundige belt: “We kunnen hem toch niet zomaar laten sterven, zonder dierbaren, zonder naam. We moeten iets doen.” We doen iets, een klein afscheidsritueel, twee zorgverleners die elkaar niet kennen, bij een patiënt van wie ze niet eens de naam weten. Het creëert een intense verbondenheid. Kort nadien sterft de man.
Zijn naam weten we ondertussen, maar dierbaren hebben we niet gevonden. Hij lijkt geleefd te hebben zoals hij gestorven is: stil en teruggetrokken. Hij krijgt een eenzame uitvaart. Als ik ernaartoe ga, ben ik niet verbaasd dat de spoedverpleegkundige er is, wel dat zo veel andere ziekenhuismedewerkers er ook zijn. De patiënt die we nooit bij bewustzijn gekend hebben, heeft zo veel harten geraakt, en de verbondenheid tussen de zorgverleners blijft nazinderen.
Een oudere dame met een maagsonde leest voortdurend kookboeken, terwijl ze waarschijnlijk nooit meer zal kunnen eten. Als ik haar vraag waarom ze dat doet en of dat alles niet nog veel moeilijker maakt, antwoordt ze: “Als ik de recepten lees, dan voel, ruik en proef ik het eten. Maar vooral denk ik terug aan alle gelegenheden waar ik dit soort gerechten klaarmaakte. Ik herbeleef die momenten en ik voel me verbonden met mijn dierbaren, ook met hen die er niet meer zijn.”
Om het met de woorden van de veel te vroeg gestorven dichter Stijn De Paepe te zeggen: “Dat je mag vinden wat je zoekt. Dat je blijft zoeken als je vindt. Dat je de dingen blijft bekijken met de wijsheid van een kind. Dat elke dag één ogenblik je overrompelt, pakt of raakt en zo de grootste afstand overbrugbaar maakt.”
Anne Gessler is een van de pastors van UZ Leuven. Wil je een pastor spreken? Neem dan contact op met de verpleeg-eenheid of met het secretariaat: tel. 016 34 86 20.
Anne zelf kun je mailen via anne.gessler@uzleuven.be