De internationale organisatie Joint Commission International (JCI) legt normen vast voor de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid in het ziekenhuis. Voorbeelden zijn de checklist van de chirurg in het operatiekwartier, de info die een patiënt krijgt over zijn ziekte of hoe medewerkers in het ziekenhuis omgaan met het patiëntendossier.
UZ Leuven kreeg begin juni 2016 voor de derde keer de JCI-auditors gedurende een week over de vloer en behaalde opnieuw het label. JCI reikt verschillende soorten accreditaties uit: UZ Leuven behaalde de accreditatie voor een academisch centrum, wat betekent dat ook klinisch onderzoek en de opleiding van artsen worden beoordeeld.
UItdaging
JCI actualiseert en verfijnt regelmatig de standaarden: het blijft elke keer een uitdaging om aan de strenge eisen van het label te beantwoorden. Bij het bezoek van 2016 keek men specifiek naar de kwaliteitscultuur op de werkvloer, zowel bij medische als niet-medische diensten: Welke verbeterprojecten of veiligheidsprocessen werden de afgelopen jaren opgestart? Hoe worden projecten opgevolgd? Krijgt iedereen de kans om daaraan bij te dragen? Nieuw bij deze editie was ook de specifieke audit van het transplantatiecentrum.
De JCI-auditors vonden het opmerkelijk dat onze medewerkers de audit niet als een controle zagen, maar als een kans om hun beroepstrots en inzet te tonen.prof. dr. Marc Decramer
Patiënt centraal
Ten opzichte van de vorige edities spraken de auditors meer met patiënten: de accreditatie draait uiteindelijk om goede patiëntenzorg in alle facetten. Het viel hen op dat alle geïnterviewde patiënten bijzonder tevreden waren over de geboden kwaliteit. Het JCI-label bevestigt dat UZ Leuven ononderbroken zijn focus richt op kwalitatieve patiëntenzorg.
Prof. dr. Marc Decramer, gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven: “De JCI-auditors vonden het ook opmerkelijk dat onze medewerkers het accreditatiebezoek niet als een controle zagen, maar als een gelegenheid om te laten zien hoe groot hun beroepstrots en inzet is. We mogen terecht fier zijn: een welgemeende proficiat dus aan alle medewerkers voor hun volgehouden inspanningen.”