UZ Leuven heeft voor de vierde maal op rij het BFHI-label behaald, een label voor ziekenhuizen die op een wetenschappelijk onderbouwde manier inzetten op borstvoeding. Eén principe staat in UZ Leuven centraal: voor elke pasgeborene is moedermelk de eerste en béste keuze.
Sinds 2008 heeft UZ Leuven het BFHI-label (Baby Friendly Hospital Initiative), een label dat om de vier jaar wordt uitgereikt door de FOD Volksgezondheid. Via het label willen Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ziekenhuizen aanmoedigen om baby’s vanaf de geboorte de beste kansen te geven op een optimale gezondheid.
Wetenschappelijk bewezen
De kern van het BFHI-project is dat borstvoeding de ideale start is voor baby én moeder. Om het kwaliteitslabel te krijgen, moet een ziekenhuis aan een aantal criteria voldoen. Dat zijn bijvoorbeeld het naleven van tien vuistregels voor het slagen van borstvoeding. “Rond borstvoeding bestaat nog steeds controverse, maar de wetenschap is klaar en duidelijk: het loont om méér en langduriger borstvoeding te laten geven. Op basis van wetenschappelijke inzichten kunnen we ons borstvoedingsbeleid nog steeds verbeteren. Ondanks het bijzondere coronajaar zijn we er toch in geslaagd om het label voor de vierde maal op rij binnen te halen”, zegt Siska Van Damme, hoofdvroedvrouw aan UZ Leuven.
Moeder en baby samen
Vanaf de geboorte staat een verblijf op de kraamafdeling van UZ Leuven in het teken van babyvriendelijke zorg. Dokter An Eerdekens, neonatoloog aan UZ Leuven: “Babyvriendelijk betekent vriendelijk voor moeder en kind. Want, ongeacht de omstandigheden, moeder en baby horen altijd samen. Zo doen we op onze neonatale zorgenafdeling bijvoorbeeld aan coupled care: zelfs als er bij de geboorte complicaties optreden, bij moeder of kind, worden ze beide door ons in dezelfde kamer verzorgd.”
Donormelk
“Daarnaast zijn we in UZ Leuven gestart met het toedienen van donormelk. Het is bewezen dat premature baby’s, jonger dan 32 weken, bij voorkeur met moedermelk gevoed worden, omdat kunstmelk minder bescherming biedt tegen infecties*. We zien het dan ook als een vast deel van de behandeling van zieke of vroeggeboren baby’s. Wanneer er geen of onvoldoende moedermelk beschikbaar is, doen we een beroep op donormelk, die eerst gescreend en gepasteuriseerd wordt. In onze buurlanden beschikt men al over een moedermelkbank. Vanuit UZ Leuven willen we graag meehelpen om in Vlaanderen een gelijkaardig initiatief op te starten”, aldus dokter Eerdekens.
*: ESPGHAN Committee of Nutrition of the European Society for Pediatric Gastro-enterology, Hepatology, and Nutrition. Donor Human Milk for preterm infants : current evidence and research directions. JPGN 2013;57:535.