Preventief bestralen maakt hoogrisicoprostaatkanker beter geneesbaar

25 augustus 2021
Wanneer prostaatkanker een hoge kans heeft om uit te zaaien naar de lymfeklieren in het kleine bekken, verhoogt een preventieve bestraling van deze lymfeklieren de kans op definitieve genezing. Een multidisciplinair team van UZ Leuven leidde een internationaal onderzoek.

Hoewel bestraling een gebruikelijke behandeling is voor verschillende soorten kanker, zoals prostaatkanker, was het preventief bestralen van de klieren in het kleine bekken tot nu nog discutabel. Geen enkele wetenschappelijke studie kon aantonen dat dergelijke bestraling de kans op definitieve genezing kon verbeteren. Recent kwam daar verandering in: een groep van internationale prostaatkankerexperten heeft aangetoond dat hoogrisicopatiënten daar wel degelijk mee gebaat zijn. Deze multidisciplinaire groep werd geleid door experten uit UZ Leuven: professor Gert De Meerleer, dokter Charlien Berghen en professor Steven Joniau.

Risicodrempel voor uitzaaiing

Het risico dat een prostaattumor dreigt uit te zaaien naar de lymfeklieren in het kleine bekken, duiden radiotherapeut-oncologen aan met een percentage tussen 0 en 100. De Meerleer en zijn collega’s kwamen tot de conclusie dat prostaatkankerpatiënten met een risicofactor boven 35 procent sterk gebaat zijn met een volledige bekkenbestraling.

Dat kankerexperts lang geen voordeel zagen in bekkenbestraling, kwam eerder voort uit een minder gunstige doelgroepselectie dan uit de aard van de behandeling, legt prof. dr. De Meerleer uit. “Bij patiënten met een laag risicopercentage bleek uit studies uit Frankrijk en de Verenigde Staten dat een preventieve bekkenbestraling amper nut heeft. Wie echter de risicodrempel van 35 procent overschrijdt –  een selectie die we maken op basis van het PSA-eiwit in het bloed en de agressiviteitsgraad van de tumor –  helpen we best met een preventieve bekkenbestraling, in combinatie met een hormoontherapie van 24 maanden.”

Doelgroepselectie

Hun vaststelling delen professor De Meerleer en een tiental radiotherapeut-oncologen, medisch oncologen en urologen in een studie die recent in The Lancet Oncology verscheen. Daarin houden ze de resultaten van alle grote internationale onderzoeken rond bekkenbestraling voor prostaattumoren tussen 2014 en 2021 tegen het licht.

De Meerleer: “De preventieve bekkenbestraling verhoogt de kans op definitieve genezing significant en zorgt er ook voor dat minder patiënten aan prostaatkanker overlijden. Het is wel belangrijk om alle klierketens mee in het bestralingsveld op te nemen en niet te beperken tot de klierregio’s diep in het kleine bekken alleen. Met moderne bestralingstechnieken, die overal in België beschikbaar zijn, is de kans op het ontwikkelen van ernstige bijwerkingen beperkt.” 

Protontherapie

De inzichten uit de studie worden aan UZ Leuven sinds begin dit jaar toegepast. Bovendien leeft bij de onderzoekers de hoop dat in de toekomst protontherapie kan gebruikt worden om hoogrisicopatiënten te bestralen. “Het is van belang om de stralingsdosis in het gezwel hoog genoeg te krijgen, terwijl we de bestraling van de omliggende gezonde weefsels zo laag mogelijk willen houden om ze maximaal te beschermen. Met protontherapie willen we gericht energiedeeltjes afvuren op een te bepalen diepte in het lichaam, die daar hun energie vrijgeven en stilvallen. Bij klassieke fotontherapie deint de stralingsdosis meer uit. Protontherapie is duurder, maar kan ook bij hoogrisicoprostaatkanker actief helpen om bijwerkingen te voorkomen. Dat is onze overtuiging, die we via verder onderzoek willen sterken. Om zo aan de overheid de meerwaarde te tonen en financiële ondersteuning te krijgen, zodat we in een nabije toekomst voor dit soort behandeling protontherapie als standaard zouden kunnen inzetten”, aldus De Meerleer.

Uitgestelde zorg

In totaal worden in UZ Leuven meer dan vijfhonderd prostaatkankerpatiënten per jaar behandeld. Door toedoen van de coronacrisis en de twee lockdownperiodes is er op dit moment een verhoogde toestroom. De Meerleer: “Veel patiënten hebben het voorbije anderhalf jaar hun raadpleging uitgesteld. Het gevolg laat zich raden: we zien steeds meer hoogrisicogevallen, gemiddeld 5 à 7 patiënten per maand, wat aanzienlijk meer is dan vroeger. Onze nieuwe inzichten, met betere genezingskansen, komen geen moment te vroeg.”

Laatste aanpassing: 9 augustus 2022