2025 dient zich nu al aan als een uitzonderlijk jaar voor de universitaire gemeenschap, want dan viert de KU Leuven haar zeshonderdjarig bestaan. Eén van de blikvangers tijdens dit jubileumjaar belooft de opening van het Vesaliusproject te worden. Met dit initiatief willen KU Leuven en UZ Leuven het grote publiek inspireren met verhalen over wetenschap en zorg. Dit interdisciplinaire centrum zal niet alleen plaats bieden aan een museum – waarin onderdelen van de universiteitscollecties en de HistarUZ-collectie een onderkomen zullen vinden — maar ook aan ateliers en een bezoekerscentrum.
Zoals het de nalatenschap van Vesalius betaamt, staat het menselijk lichaam centraal in het project. Het lichaam is het uitgangspunt voor uiteenlopende verhalen en vragen over gezondheid en ziekte, wetenschap en innovatie, levenskwaliteit en het menselijk welzijn. Welk effect hebben nieuwe technologieën op de mogelijkheden van geneeskunde? Hoe bepaalt het veranderende schoonheidsideaal de wijze waarop we met ons lichaam omgaan? Wat is de maatschappelijke invloed van een pandemie? …
Herwaardering erfgoed
Het project krijgt een plaats op de Hertogensite in het centrum van Leuven, de voormalige ziekenhuissite tussen de Brusselsestraat, Kapucijnenvoer en de Minderbroedersstraat. De universiteit restaureert hiervoor twee historische gebouwen in de Minderbroedersstraat: het anatomisch amfitheater met aanpalend Snijhuis en het pathologisch instituut.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw ontwikkelde de Leuvense universiteit zich meer en meer tot wetenschappelijke instelling. Beide gebouwen zijn voortgevloeid uit deze ontwikkeling. Het neogotische anatomisch amfitheater, ontworpen door de bekende architect Joris Helleputte, dateert van 1877. Dit auditorium bood plaats aan tweehonderd studenten die hier lessen en demonstraties anatomie konden volgen. Aansluitend was er ook een rechthoekige dissectiezaal, het zogenaamde Snijhuis. Dergelijke infrastructuur – met veel lichtinval, vernuftige ventilatie en uitstekende akoestiek – was op dat moment ongezien aan een Belgische universiteit.
In het begin van de twintigste eeuw (1906-1907) verrees vlak ernaast het Pathologisch Instituut. Binnenin vielen de grote zalen op voor medische, chemische en microscopische analyses, die zowel voor onderzoek als onderwijs werden ingezet. Daarnaast omvatte het instituut een anatomisch museum en een auditorium voor 80 personen. In het interbellum kwam er nog een U-vormige aula met tweehonderd plaatsen bij. In de tweede helft van de twintigste eeuw verhuisden meer en meer diensten naar de site op Gasthuisberg. Op dit moment hebben beide locaties geen functie, maar daar komt dus over enkele jaren verandering in.
Kracht van de wetenschap
“Met het Vesaliusproject krijgt dit geklasseerde erfgoed een eigentijdse invulling die tegelijkertijd naadloos aansluit bij zijn historische betekenis”, zegt Luc Sels, rector van de KU Leuven. “Het voorbije jaar hebben we allemaal aan den lijve ondervonden wat de kracht en het belang van de wetenschap is. Wetenschap draait om verbeelding en het verleggen van grenzen. Dat willen we met Vesalius nog meer in de verf zetten.”
“De twee historische locaties zijn van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het geneeskundig onderwijs aan onze universiteit. Met deze nieuwe invulling betonen we op gepaste wijze onze eer”, reageert prof. dr. Wim Robberecht, gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven. “Het menselijk lichaam stond hier vroeger letterlijk centraal en die traditie zetten we met het Vesaliusproject op een moderne manier verder.”
Het masterplan van het project is inmiddels afgewerkt. De komende jaren wordt de inhoudelijke invulling verder uitgewerkt en worden de gebouwen gerestaureerd. De opening is voorzien in het najaar van 2025.