Leeftijdsgebonden maculadegeneratie

Age-related macular degeneration (AMD)

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie is de meest voorkomende oogziekte bij oudere mensen. De ziekte tast de gele vlek (macula) op het netvlies aan. Daardoor wordt het centrale zicht verstoord. 

Symptomen 

Het netvlies is de lichtgevoelige laag aan de binnenkant van het oog. De gele vlek (macula) is het deel van het oog waarmee we het scherpst kunnen zien. Leeftijdsgebonden maculadegeneratie tast daardoor het centrum van het zicht aan. 

Door leeftijdsgebonden maculadegeneratie wordt u niet blind, maar er ontstaat een grijszwarte vlek in het midden van uw fixatieveld. 

Daardoor kan het lastig zijn om:

  • details waar te nemen.
  • te lezen.
  • gezichten te herkennen.
Normaal zicht

Wat u normaal ziet.

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie

Wat u ziet als u leeftijdsgebonden maculadegeneratie hebt.

Oorzaken 

De volgende factoren kunnen een rol spelen in het ontstaan van leeftijdsgebonden maculadegeneratie. 

  • Erfelijkheid
    Daarom is het belangrijk dat familieleden boven de leeftijd van 40 jaar zich laten screenen. 
     
  • Geslacht
    Vrouwen hebben vaker last van maculadegeneratie dan mannen. 
     
  • Afkomst 
    De ziekte komt vaker voor bij mensen van het Kaukasisch ras. 
     
  • Voedingsgewoonten
    Een voedingspatroon rijk aan groene groenten en vette vis beschermt tegen maculadegeneratie. 
     
  • Roken
    Roken verdubbelt de kans om de aandoening te krijgen. 

 

Twee vormen

Er zijn twee varianten van leeftijdsgebonden maculadegeneratie. 

Droge variant 

Vorm die gekenmerkt wordt door verdunning van het netvlies.

De aandoening evolueert doorgaans traag en er is geen behandeling mogelijk

Natte variant 

Vorm die gekenmerkt wordt door de vorming van abnormale bloedvaatjes onder het netvlies.

De aandoening kan zeer snel evolueren. Daarom wordt het best zo snel mogelijk een behandeling gestart. Die bestaat uit herhaalde inspuitingen van medicatie in de oogbol. 

Behandeling

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie kan op een aantal mogelijke manieren behandeld worden.

Uw behandelende arts bespreekt met u welke behandeling geschikt is voor uw specifieke aandoening. 

 

Laatste aanpassing: 5 september 2022