Soorten implanteerbare lenzen
Een lensvervanging kan op verschillende manieren het gezichtsvermogen voor veraf en/of dichtbij corrigeren.
Monofocale kunstlens
Monofocaal betekent dat u met de kunstlens maar op één afstand scherp ziet, meestal in de verte. Een leesbril om dichtbij te zien is dan ook bijna altijd nodig. Soms is er ook een bril nodig om in de verte nog beter te zien.
Multifocale kunstlens
Met het gebruik van deze kunstlens streven wij ernaar dat u zonder bril goed in de verte ziet. Bovendien is de kans erg groot dat u met deze lens tegelijkertijd goed dichtbij kan zien. Een leesbril is dan niet meer nodig.
Torische kunstlens
Deze kunstlens is een monofocale lens die ook de cilindrische afwijking (astigmatisme) corrigeert. Een leesbril om dichtbij te zien is in dat geval bijna altijd nodig.
Multifocaal-torische kunstlens
Deze lens is een multifocale lens die ook de cilindrische afwijking (astigmatisme) corrigeert. Net als bij een gewone multifocale lens, is het doel van deze lens dat u zonder bril goed in de verte ziet. Bovendien is de kans erg groot dat u met deze lens tegelijkertijd goed dichtbij kan zien. Een leesbril is dan niet meer nodig.
Als u vaak 's nachts moet rijden, is een monofocale kunstlens in combinatie met een leesbril wellicht de beste keuze voor u.
In de meeste gevallen wordt gekozen voor een multifocale of multifocaal-torische kunstlens. Aan een multifocale lens zijn echter enkele nadelen verbonden. Om goed te kunnen lezen met een multifocale kunstlens, moet u voldoende licht gebruiken. Daarnaast kunnen er enkele visuele bijwerkingen optreden, zoals:
- minder scherp zien bij mist of weinig licht;
- 's nachts lichtringen of -cirkels zien rond een lamp (bv. een koplamp, waardoor 's nachts autorijden een probleem kan zijn);
- moeilijker voorwerpen kunnen onderscheiden tegen een donkere achtergrond, vooral bij weinig licht.
Als u vaak 's nachts moet rijden, is een monofocale kunstlens in combinatie met een leesbril wellicht een betere keuze voor u.
Screening en vooronderzoek
De oogarts beoordeelt tijdens een preoperatief onderzoek of u voor een lensvervanging in aanmerking komt. Met een aantal gespecialiseerde onderzoeken worden enkele parameters in het oog onderzocht om na te gaan of u geschikt bent voor de ingreep.
Voor het vooronderzoek mag u een tijdje geen contactlenzen dragen.
- Harde lenzen: uitlaten vanaf drie weken voor het onderzoek.
- Torische, zachte lenzen: uitlaten vanaf drie weken voor het onderzoek.
- Nachtlenzen: uitlaten vanaf drie weken voor het onderzoek.
- Zachte lenzen: uitlaten vanaf tien dagen voor het onderzoek.
Voorbereiding
Als u kiest voor druppelverdoving tijdens de ingreep, hoeft u niet nuchter te zijn.
Als u kiest voor algemene verdoving tijdens de ingreep, moet u wel nuchter zijn. Volg eventueel de specifieke instructies van de anesthesist.
- Na de ingreep mag u niet zelf met de auto rijden tot u daarvoor goedkeuring krijgt van de arts. Zorg dus voor vervoer naar huis.
- U mag geen lenzen dragen op de dag van de ingreep.
Verloop
De ingreep wordt uitgevoerd tijdens een opname in het dagziekenhuis. Als u beide ogen laat behandelen, opereren we het tweede oog ongeveer tien dagen tot twee weken na de eerste ingreep.
Door de plaatselijke verdoving bent u wakker tijdens de operatie. U kunt niet zien wat er gebeurt, maar u bent zich waarschijnlijk wel bewust van een helder licht.
Vlak voor de operatie krijgt u oogdruppels toegediend, waarmee uw pupil wordt verwijd. Daarna wordt uw oog verdoofd. Het anestheticum (verdovend middel) kan in druppelvorm worden toegediend, maar het is ook mogelijk dat er een plaatselijke verdovende oplossing in het weefsel rondom uw oog wordt geïnjecteerd.
Tijdens de operatie wordt u gevraagd om uw hoofd stil te houden en ongeveer 20 minuten stil te blijven liggen. Ultrasone golven zullen uw lens zachter maken en vervolgens verwijderen via een smal buisje. Die techniek wordt phaco-emulsificatie genoemd. De achterlaag van de lens, het zogenaamde achterste lenskapsel, blijft op zijn plaats zitten. Daarna wordt een kunstlens, de implantlens, ingebracht om uw eigen lens te vervangen. Soms wordt in het oog ook een kleine hechting aangebracht.
Na afloop van de operatie wordt er ter bescherming mogelijk een oogkapje over uw oog aangebracht.
Voorafgaand aan de operatie worden er oogdruppel toegediend zodat de pupil groot wordt gemaakt. Vervolgens worden er ook verdovende druppels toegediend.
- Er worden 3 kleine openingen gemaakt in het oog, waarlangs instrumentarium ingebracht kan worden.
- Het oog wordt opgevuld met een gelei.
- Met een fijn pincet wordt een ronde opening van ongeveer 5 mm diameter in het voorste lenskapsel gemaakt.
- De lensinhoud wordt losgespoeld van het lenszakje.
- De lens wordt in 4 stukken verdeeld dmv ultrasone golven. De lens wordt op deze manier zachter gemaakt en via een smal buisje verwijderd (phaco-emulsificatie).
- De kleine lensresten worden verwijderd. De achterlaag van de lens, het achterste lenskapsel, blijft op zijn plaats.
- Daarna wordt een kunstlens ingebracht om uw eigen lens te vervangen. Na afloop van de operatie wordt ter bescherming eventueel een kapje over uw oog aangebracht.
Na de ingreep
U mag zelf niet rijden tot u daarvoor goedkeuring krijgt van de arts, dus zorg voor vervoer naar huis.
Normale activiteiten zoals lezen, televisie kijken, op de computer werken en licht huishoudelijke taken doen, mag u meteen na de ingreep opnieuw uitvoeren.
U krijgt oogdruppels voorgeschreven tegen infecties en ontstekingen.
De dag na de ingreep
U komt opnieuw op consultatie voor controle. Voorzie ook hiervoor vervoer, want u mag zelf nog niet rijden.
De week na de ingreep
Uw zicht verbetert geleidelijk in de week na de ingreep.
U gebruikt meerdere keren per dag de voorgeschreven oogdruppels.
Aandachtspunten
- Vermijd in de ogen wrijven gedurende een maand na de ingreep. U krijgt een oogschelp om 's nachts te dragen, zodat u ook dan niet in de ogen kunt wrijven.
- Til geen zware voorwerpen om druk op uw oog te vermijden.
Mogelijke risico's
Een lensvervanging houdt enkele mogelijke risico’s in:
- hypercorrectie of een te lichte correctie;
- het zien van halo’s (cirkels of kringen rond lichtbronnen);
- infecties;
- zwelling van het hoornvlies of het centraal netvlies;
- loslating van het netvlies of verergering van een vooraf bestaande aandoening.
De arts zal deze risico's tijdens een eerste raadpleging in detail met u overlopen.
Kostprijs en terugbetaling
De kostprijs van een lensvervanging varieert afhankelijk van het type lensimplantaat dat u kiest. Tijdens de raadpleging zal de arts u hierover informeren.
Als er nog geen sprake is van cataract, wordt een lensvervanging doorgaans niet vergoed door het ziekenfonds.
Veelgestelde vragen
Normaal gezien hebt u geen pijn na een lensvervanging. U kunt wel last hebben van tranende ogen en het gevoel hebben dat er een zandkorrel in uw oog zit.
U krijgt ontstekingsremmende oogdruppels voorgeschreven om de genezing van het oog te bevorderen.
Als u pijn hebt tijdens de eerste 24 uur na de ingreep, mag u één tablet Dafalgan® (500 mg) nemen om de 6 uur.
De dag na de ingreep komt u op controle.
U mag pas zelf met de auto rijden als de arts u daarvoor goedkeuring geeft. De dag na de ingreep moet u zeker nog vervoer voorzien om op controle te komen.
U krijgt oogdruppels voorgeschreven tegen infecties en ontstekingen.
Als u pijn hebt tijdens de eerste 24 uur na de ingreep, mag u één tablet Dafalgan® (500 mg) nemen om de 6 uur.
Specialisten
Interesse in een leven zonder bril?
Wilt u weten of u in aanmerking komt voor een leven zonder bril? Doe de 'Quickscan': een screeningstest met enkele korte technische oogonderzoeken en een korte vragenlijst. Snel, pijnloos en geheel vrijblijvend.