Myocardperfusie scintigrafie

Bekijken van de doorbloeding van de hartspier in rust en bij inspanning waarbij een radioactieve speurstof (tracer) wordt ingespoten.

Afspraken

Nucleaire geneeskunde

Voorbereiding

U moet nuchter zijn

  • Heldere dranken zoals water, thee of fruitsap zonder pulp mag u drinken tot één uur op voorhand.

  • Andere dranken en voedsel vermijdt u vanaf zes uur op voorhand.

  • U mag uw ochtendmedicatie niet innemen. Orale inname van Persantine® moet u al 3 dagen voor het onderzoek stopzetten.
  • U mag uw medicatie wel meebrengen, zodat u die na het eerste deel van het onderzoek bij ons kunt innemen.
    • Als u nitraatpleisters gebruikt, moet u die de avond voordien verwijderen.
    • Als u lijdt aan astma of COPD, meld dat dan zeker aan de verpleegkundige die uw onderzoek zal uitvoeren.
    • Als u diabeet bent, neem dan geen insuline of andere diabetesmedicatie in (breng die mee naar het ziekenhuis).
  • Sieraden en kledingstukken die metaal bevatten, moet u vooraf uitdoen om het onderzoek niet te verstoren.
  • Breng vóór het onderzoek de verpleegkundige op de hoogte als u zwanger bent of borstvoeding geeft.

Voor het tweede deel van het onderzoek hoeft u niet meer nuchter te zijn.

Zorg dat u zeker op het afgesproken tijdstip aanwezig bent op de dienst nucleaire geneeskunde.

Onderzoek in 2 delen

Myocardperfusie scintigrafie bestaat uit 2 delen:

1. Inspanningstest, in de voormiddag

  • U krijgt een katheter in een bloedvat van uw arm..
  • Tijdens de test wordt uw bloeddruk gemeten en een elektrocardiogram afgenomen.
  • De inspanningsproef kan op 2 manieren gebeuren.
    • Fietsproef, waarbij u fietst tot 85 procent van uw maximale hartslag is bereikt. Daarna krijgt u een radioactieve stof (tracer) ingespoten. Daarna fietst u nog 1 minuut verder.
    • Farmacologische stresstest, waarbij u  gedurende een 6-tal minuten een geneesmiddel krijgt toegediend. Elke minuut wordt een elektrocardiogram (EKG) genomen en wordt via het infuus de licht radioactieve speurstof (tracer) ingespoten die zich – afhankelijk van de doorbloeding in de
      kransslagaders – fixeert op de hartspier.
  • Na injectie van de radioactieve tracer moet u ongeveer 15 tot 30 minuten wachten voor de scan uitgevoerd kan worden. De scan zelf
    duurt ongeveer 10 minuten. 
  • Het is uiterst belangrijk om tijdens de opnames stil te blijven liggen. 

2. Rustgedeelte, in de namiddag (ongeveer 4 uur na inspanningstest

  • Bij het tweede deel van het onderzoek wordt het hart bekeken in rust. Voor dit deel van het onderzoek wordt er opnieuw een minimale
    hoeveelheid radioactieve tracer ingespoten, waarna u weer ongeveer 30 tot 60 minuten moet wachten.
  • De scan duurt ongeveer 10 minuten.

Resultaat

De resultaten van het onderzoek zijn niet meteen gekend. Er wordt door de artsen van nucleaire geneeskunde een verslag gemaakt voor uw behandelende arts. Hij zal u het resultaat meedelen en indien nodig met de gepaste therapie starten.

Specialisten

Laatste aanpassing: 25 september 2024